Logo
🔍

1 Korintiërs 14 VB

« Orde in de bijeenkomsten

1. Streef de liefde na en strek je uit naar de geestelijke gaven, maar vooral naar het profeteren.

2. Want wie in een taal van de Geest spreekt, spreekt niet tegen mensen, maar tegen God. Niemand verstaat het immers, maar door de Geest spreekt hij geheimenissen.

3. Maar wie profeteert, spreekt tegen de mensen, om hen op te bouwen, te bemoedigen en te troosten.

4. Wie in een taal van de Geest spreekt, bouwt daarmee zichzelf op, maar wie profeteert, bouwt daarmee de gemeente op.

5. Ik zou graag willen dat jullie allemaal in talen van de Geest spreken, maar meer nog dat jullie profeteren. Iemand die profeteert is nuttiger dan iemand die in een taal van de Geest spreekt, tenzij hij ook uitleg geeft, zodat de gemeente erdoor wordt opgebouwd.

6. Als ik bij jullie zou komen, broeders en zusters, en jullie toespreek in een taal van de Geest, wat voor nut zou ik jullie doen als ik niet tevens kom met een openbaring, of kennis, of een profetie, of onderricht?

7. Als muziekinstrumenten, zoals een fluit of een harp, geen verschillende klank zouden hebben, hoe kan men dan weten wat op de fluit en wat op de harp gespeeld wordt?

8. En als de bazuin een onduidelijk geluid maakt, wie zal zich dan klaarmaken voor de strijd?

9. Hetzelfde geldt voor jullie: als jullie door je taal geen duidelijke boodschap spreken, hoe zou men dan kunnen begrijpen wat er gezegd wordt? Jullie zouden maar wat in de lucht staan te praten.

10. Er zijn ik weet niet hoeveel verschillende talen in de wereld, en elke taal heeft zijn eigen betekenis.

11. Als ik iemands taal niet beheers, zal ik een brabbelaar zijn voor de persoon die spreekt en de spreker een brabbelaar voor mij.

12. Als jullie dus streven naar geestelijke gaven, zorg er dan voor dat de gemeente er zo veel mogelijk door opgebouwd wordt.

13. Laat daarom degene die in een taal van de Geest spreekt, ook bidden dat hij het zal kunnen uitleggen.

14. Want als ik in een taal van de Geest spreek, bidt mijn geest wel, maar mijn verstand heeft er niets aan.

15. Hoe zit het dus? Ik zal bidden met mijn geest, maar ook bidden met mijn verstand. Ik zal zingen met mijn geest, maar ook zingen met mijn verstand.

16. Want als jullie God danken in een taal van de Geest, hoe kan dan iemand "Amen!" zeggen op jullie dankgebed, als hij het niet begrijpt? Hij weet immers niet wat er gezegd is?

17. Jullie dankgebed is wel goed, maar de ander wordt er niet door opgebouwd.

18. Ik dank mijn God dat ik meer dan jullie allemaal in talen van de Geest spreek.

19. In de gemeente echter wil ik liever vijf woorden spreken met mijn verstand zodat ook anderen er iets van leren, dan tienduizend woorden in een taal van de Geest.

20. Broeders en zusters, blijf niet onvolwassen in je denken. Wees wel onervaren in het doen van kwaad, maar volwassen in je denken.

21. In de Wet staat: "Door mensen met een andere taal en door de lippen van vreemdelingen zal Ik tot dit volk spreken, maar ook dan zullen ze niet naar Mij luisteren, zegt de Heer."

22. Daarom zijn de talen van de Geest geen teken voor de gelovigen, maar voor de ongelovigen. Maar profetie is geen teken voor de ongelovigen, maar voor de gelovigen.

23. Stel nu dat de hele gemeente is samengekomen en iedereen in talen van de Geest spreekt, en er komen mensen binnen die dit niet kennen of die niet geloven. Dan zullen zij toch denken dat jullie wartaal uitslaan?

24. Maar als iedereen profeteert en er komt iemand binnen die dit niet kent of die niet gelooft, dan wordt hij door allen overtuigd en door allen beoordeeld.

25. Alles wat diep in zijn hart verborgen zit, komt aan het licht en hij zal zich neerwerpen, God aanbidden en erkennen dat God inderdaad bij jullie aanwezig is.

26. Hoe zit het dus, broeders en zusters? Wanneer jullie samenkomen, heeft ieder wel iets, hetzij een lied, of onderricht, of een boodschap in een taal van de Geest, of een openbaring, of een uitlegging. Zorg ervoor dat alles gedaan wordt tot opbouw van de gemeente.

27. Als men iets in een taal van de Geest te zeggen heeft, laten dat er dan twee of hooguit drie zijn, ieder op zijn beurt, en laat iemand het uitleggen.

28. Als er niemand is die het kan uitleggen, moet men ook niet tegen de gemeente in talen van de Geest spreken, maar alleen voor zichzelf, tegen God.

29. Wat betreft de profeten: laten er twee of drie profeteren, de anderen moeten het beoordelen.

30. Maar als een van de aanwezigen een openbaring krijgt, moeten die eersten zwijgen.

31. Want jullie kunnen allemaal om de beurt profeteren, zodat iedereen wordt opgebouwd en bemoedigd.

32. De geest van de profeten is aan de profeten onderworpen.

33. God is immers geen God van wanorde, maar van vrede.

34. Zoals ook in alle andere gemeenten van de heiligen, moeten de vrouwen in de bijeenkomst stil zijn. Ze mogen niet praten, maar moeten ondergeschikt blijven [aan hun man], zoals dat ook in de wet staat.

35. En als ze iets willen weten, moeten ze het thuis aan hun man vragen, want het is voor een vrouw ongepast om in de bijeenkomst te praten.

36. Het woord van God is toch niet bij jullie [gemeente] begonnen? En het is toch ook niet alleen aan jullie gebracht?

37. Als iemand van jullie meent een profeet of een geestelijk mens te zijn, laat hij dan ook erkennen dat wat ik schrijf een gebod van de Heer is.

38. Maar wie dat niet erkent, zal zelf ook niet erkend worden.

39. Broeders en zusters, strek je dus uit naar het profeteren, en verbied niet het spreken in talen van de Geest.

40. Maar zorg ervoor dat alles op gepaste wijze en in goede orde gebeurt.

»