Logo
🔍

1 Koningen 5 VB

« Voorbereiding voor de bouw van Gods tempel

1. Toen koning Hiram van Tyrus hoorde dat Salomo tot koning was gezalfd, als opvolger van zijn vader, zond hij een gezantschap naar Salomo, want hij was altijd goed bevriend geweest met David.

2. Daarna zond Salomo Hiram een verzoek:

3. "Zoals u weet kon mijn vader David geen huis voor de naam van zijn Heer God bouwen, vanwege de oorlogen die van alle kanten tegen hem gevoerd werden, totdat de Heer zijn vijanden onder zijn voeten legde.

4. Nu heeft mijn Heer God mij aan alle kanten rust gegeven. Er zijn geen tegenstanders en ik word door geen gevaar bedreigd.

5. Daarom ben ik van plan voor de naam van mijn Heer God een huis te bouwen, zoals de Heer tegen mijn vader David heeft gezegd: 'Je zoon die Ik als jouw opvolger op je troon zal zetten, zal dat huis voor mijn naam bouwen.'

6. Geef daarom opdracht om voor mij ceders te kappen op de Libanon. Mijn arbeiders zullen uw arbeiders helpen en ik zal uw arbeiders betalen wat u maar wilt, want u weet dat niemand onder ons net zo veel verstand heeft van het kappen van bomen als de Sidoniërs."

7. Deze boodschap van Salomo verheugde Hiram bijzonder en hij zei: "Geprezen is de Heer, die David een wijze zoon heeft gegeven om over dit grote volk te regeren!"

8. En Hiram stuurde Salomo ten antwoord: "Ik heb uw verzoek ontvangen. Ik zal alles doen wat u wenst wat betreft het cederhout en het cipressenhout.

9. Mijn arbeiders zullen het van de Libanon naar de zee vervoeren. Daar laat ik er vlotten van maken en laat die over zee vervoeren naar de door u opgegeven plaats. Daar worden de vlotten voor u uit elkaar gehaald en kunt u het hout ophalen. In ruil hiervoor levert u het voedsel voor mijn hof."

10. Zo leverde Hiram aan Salomo zo veel cederhout en cipressenhout als Salomo wenste,

11. en Salomo leverde aan Hiram jaarlijks 20.000 kor tarwe en 20 kor gestoten olijfolie voor zijn hof.

12. De Heer schonk Salomo wijsheid, zoals Hij hem had beloofd. En er was vrede tussen Hiram en Salomo en ze sloten een verbond met elkaar.

13. Koning Salomo liet uit heel Israël een lichting oproepen voor de herendienst. Die lichting bestond uit 30.000 man.#5:13 zie 1 Kon 9:20-21

14. Daarvan zond hij om de beurt een ploeg van 10.000 man voor een maand naar de Libanon. Elke ploeg was telkens één maand op de Libanon en twee maanden thuis. Adoniram had de leiding over deze herendienst.

15. Verder had Salomo nog 70.000 dragers en 80.000 steenhouwers in de bergen,

16. nog afgezien van de 3.300 opzieners die toezicht hielden op de arbeiders die het werk uitvoerden.

17. Op bevel van de koning werden grote, kostbare steenblokken uitgehakt voor de fundering van het huis.

18. Arbeiders van Salomo, van Hiram en uit Gebal hakten de steenblokken uit en maakten de stenen en het hout op maat voor de bouw van het huis.

»