1 Tessalonicenzen 4 EBV24
1. Daarom, mijn broeders, smeken wij jullie en bidden wij voor jullie in onze Here Jezus, dat jullie, zoals jullie van ons geleerd hebben hoe jullie moeten leven en GOD behagen, dat nog meer doen.
2. Want jullie kennen die geboden die wij jullie gegeven hebben door onze Here Jezus.
3. Want dit is de wil van GOD: jullie heiliging en dat jullie je onthouden van alle hoererij,
4. en dat ieder van jullie zijn eigen vrouw in heiliging en eerbaarheid zal verwerven,
5. niet in hartstocht vanuit begeerte, zoals de volken, die GOD niet kennen.
6. Laat niemand van jullie het wagen om in deze zaak over zijn broeder heen te lopen en hem te bedriegen, want onze Heer is de wreker van dit alles, zoals wij jullie eerder al gezegd en betuigd hebben.
7. Want GOD heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar tot heiliging.
8. Daarom, ieder die een ander schade toebrengt, schaadt niet een mens, maar GOD, die ook zijn Heilige Geest in jullie gegeven heeft.
9. Over de broederliefde is het niet nodig om jullie te schrijven, want jullie worden zelf door GOD onderwezen om elkaar lief te hebben.
10. Want jullie handelen er ook naar tegenover alle broeders in heel Macedonië. Maar ik verzoek jullie, mijn broeders, om hierin overvloedig te zijn
11. en streef er naar om rustig te leven, je eigen zaken te behartigen en met eigen handen te werken, zoals wij jullie bevolen hebben,
De terugkomst van Jezus Christus12. opdat jullie je waardig gedragen tegenover buitenstaanders en van niemand afhankelijk zijn.
13. Mijn broeders, ik wil dat jullie weten dat jullie je geen zorgen hoeven te maken, zoals de overige mensen die geen hoop hebben, over hen die ontslapen zijn.
14. Want als wij geloven dat Jezus gestorven is en opgestaan, zal GOD ook op dezelfde wijze hen, die in Jezus ontslapen zijn, bij Zich doen komen.
15. Maar dit zeggen wij jullie door het Woord van onze Heer, dat wij, die blijven tot de komst van onze Heer, wij die dan nog leven, niet degenen die ontslapen zijn voor zullen gaan.
16. Want onze Heer Zelf zal bij het bevel en bij de stem van het hoofd van de engelen en bij het klinken van de hoorn van GOD neerdalen van de hemel en de doden die in Christus zijn, zullen het eerst opstaan.
17. Daarna zullen wij, die achtergebleven zijn en nog leven, samen met hen in de wolken weggenomen worden voor de ontmoeting met onze Heer in de lucht en zo zullen wij altijd met onze Heer zijn.
18. Bemoedig elkaar daarom met deze woorden.