Logo
🔍

1 Tessalonicenzen 5 BB

« De terugkomst van Jezus

1. Maar we hoeven jullie niet te schrijven hoe en wanneer dit zal gebeuren, broeders en zusters.

2. Want jullie weten zelf heel goed dat de dag van de Heer net zo onverwachts komt als een dief in de nacht.

3. De mensen zullen denken dat alles vredig en rustig is. Maar dan worden ze plotseling door Gods straf getroffen. En ze zullen er niet aan kunnen ontsnappen.

4. Maar jullie, broeders en zusters, leven niet in het donker. Daardoor zal die dag jullie niet overvallen als een dief.

5. Want jullie horen bij het licht en bij de dag. Wij horen niet bij de nacht of bij het donker.

6. Daarom moeten we ook niet geestelijk slapen, zoals de andere mensen. Maar we moeten geestelijk wakker zijn en goed opletten en nuchter zijn.

7. Want de mensen die slapen, slapen 's nachts. En de mensen die dronken worden, zijn 's nachts dronken.

8. Maar wij horen bij de dag. Daarom moeten wij nuchter zijn. Ons geloof en onze liefde zijn ons harnas. Onze zekerheid over onze redding is de helm op ons hoofd. Als we dat harnas aantrekken en die helm opzetten, zullen die onze bescherming zijn.

9. Want we zijn niet bedoeld om door God gestraft te worden, maar om gered te worden door onze Heer Jezus Christus die voor ons is gestorven.

10. Want doordat Hij voor ons is gestorven, zullen we samen met Hem leven. Het maakt niet uit of we nog leven of dat we al gestorven zijn.

Goede raad over diverse dingen

11. Bemoedig elkaar hiermee en bouw elkaars geloof op. Maar dat doen jullie ook.

12. We vragen jullie ook, broeders en zusters, om goed te luisteren naar de mensen die hard voor jullie werken. Ik bedoel hen die jullie leiden namens de Heer en die jullie opvoeden in het geloof.

13. Heb respect voor hen. En houd van hen vanwege alles wat ze voor jullie doen. En maak geen ruzie met elkaar.

14. Broeders en zusters, er zijn mensen bij jullie die niet meer willen werken omdat ze denken dat de Heer toch binnenkort zal komen. Zeg tegen hen dat ze orde in hun leven moeten brengen en weer aan het werk moeten gaan. En bemoedig de mensen die de moed hebben verloren. Help de mensen die een zwak geloof hebben. Heb geduld met elkaar.

15. Als iemand je kwaad doet, doe dan niet iets kwaads terug. Doe liever allemaal je best om altijd het goede te doen. Niet alleen voor elkaar, maar voor alle mensen.

16. Wees altijd blij.

17. Bid zonder ophouden.

18. Dank God altijd, wát er ook gebeurt. Want dat is wat God van jullie wil nu jullie bij Jezus Christus horen.

19. Doof het vuur van de Heilige Geest in jullie binnenste niet uit.

20. Schuif profetieën niet aan de kant.

21. Ga bij alle dingen na of het klopt en bewaar dat wat goed was.

Slot

22. Doe niets wat ook maar een béétje verkeerd is.

23. Ik bid dat de God van vrede jullie helemaal heilig zal maken. Dan zullen jullie in geest, ziel en lichaam helemaal zuiver zijn als de Heer Jezus Christus terugkomt.

24. God die jullie roept, is trouw: Hij zal dat zeker doen.

25. Broeders en zusters, bid voor ons.

26. Groet alle gelovigen met een heilige kus.

27. Ik beveel jullie namens de Heer dat deze brief aan alle broeders en zusters voorgelezen wordt.

28. Ik bid dat de Heer Jezus Christus in alles goed voor jullie zal zijn.