Logo
🔍

2 Kronieken 8 VB

« Wat Salomo nog meer liet bouwen

1. Toen Salomo na 20 jaar klaar was met de bouw van het huis van de Heer en van zijn eigen paleis,

2. herbouwde hij de steden die Huram hem gegeven had en liet er Israëlieten wonen.

3. Daarna trok Salomo ten strijde tegen Hamat-Zobat en veroverde het.

4. Ook bouwde hij muren rond Tadmor in de woestijn en voorraadsteden in Hamat.

5. Verder bouwde hij muren rond Hoog Bet-Horon en Laag Bet-Horon, zodat het versterkte steden met muren, deuren en grendels werden.

6. Verder bouwde hij Baälat, voorraadsteden, wagensteden, ruitersteden en alles wat hij maar wilde bouwen in Jeruzalem, op de Libanon en in zijn hele rijk.

7. Alle mensen die overgebleven waren van de Hetieten, Amorieten, Perezieten, Hevieten en Jebusieten en dus niet tot Israël behoorden

8. maar afstammelingen waren van degenen die in het land waren overgebleven doordat de Israëlieten hen destijds niet hadden gedood, liet Salomo in herendienst werken, tot op de dag van vandaag.

9. Maar Salomo maakte geen Israëlieten tot slaven om dit alles te bouwen; zij waren zijn krijgslieden, bevelhebbers en aanvoerders van zijn wagens en ruiters.

Salomo regelt de tempeldienst

10. Tot hen behoorden ook de 250 opzichters die koning Salomo belast had met het toezicht op het werkvolk.

11. Salomo liet de dochter van de farao van de Davidsstad verhuizen naar het paleis dat hij voor haar had gebouwd, want hij zei: "Mijn vrouw mag niet in het paleis van koning David van Israël wonen, want de plaatsen waar de ark van de Heer heeft gestaan, zijn heilig."

12. Salomo bracht aan de Heer brandoffers op het altaar van de Heer, dat hij vóór de voorzaal had geplaatst,

13. volgens de voorschriften die Mozes voor elke dag gegeven had, op de sabbatten, de nieuwemaansdagen en de drie voorgeschreven feesten: het feest van de Ongezuurde broden, het Wekenfeest en het Loofhuttenfeest.

14. Overeenkomstig de instructies van zijn vader David liet hij de priesters indelen in afdelingen die om de beurt dienst hadden. Ook de diensten van de Levieten regelde hij overeenkomstig hun taken: de afdelingen van degenen die God loofden en van degenen die de priesters terzijde stonden bij wat er per dag gebeuren moest; de deurwachters deelde hij in per poort. Zo had de godsman David het voorgeschreven.

15. Nauwkeurig werden de instructies opgevolgd die de koning had gegeven voor de priesters en de Levieten met betrekking tot al het werk en de voorraden.

Salomo's vloot

16. Zo werd het hele werk van Salomo aan het huis van de Heer afgerond, vanaf de dag dat men begon met het leggen van het fundament van het huis van de Heer tot aan de voltooiing van het gebouw.

17. Toen ging Salomo naar Ezeon-Geber en naar Elat aan de zee, in Edom.

18. Huram stuurde hem schepen, evenals ervaren zeelieden uit zijn eigen land als bemanning. Samen met de zeelieden van Salomo voeren ze naar Ofir. Ze brachten daarvandaan 450 talenten goud mee voor koning Salomo.

»