Logo
🔍

2 Petrus 2 EBV24

« Waakzaamheid tegenover dwaalleraren

1. Maar er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, zoals er ook onder jullie valse leraren zullen zijn, die schadelijke dwaalleren zullen brengen en de Heer, die hen gekocht heeft, zullen loochenen en zo een snelle ondergang over zichzelf zullen brengen.

2. Velen zullen hen navolgen in hun onreinheid, waardoor de weg van de waarheid gelasterd zal worden.

3. Door hebzucht en verzonnen praatjes zullen zij jullie als koopwaar behandelen. Het oordeel over hen van lang geleden heeft zijn kracht niet verloren en hun ondergang sluimert niet.

4. Want als GOD de engelen, die gezondigd hadden, niet gespaard heeft, maar met kettingen van de duisternis in de diepste afgrond geworpen heeft en overgeleverd heeft om bewaard te worden voor de veroordeling tot pijniging,

5. en Hij de vroegere wereld niet gespaard heeft, maar Noach, de achtste, de prediker van de gerechtigheid, bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld van de boosdoeners bracht,

6. en Hij de steden van Sodom en Gomorra verbrand en geoordeeld heeft door ze ondersteboven te keren, dan heeft Hij hen tot voorbeeld gesteld voor de boosdoeners die nog zouden komen.

7. Ook heeft Hij de rechtvaardige Lot verlost, die gekweld werd door de onreine levenswandel van hen die zonder wet leefden.

8. Want door het zien en horen van hun wetteloze daden, werd deze rechtvaardige, terwijl hij dag aan dag onder hen woonde, in zijn rechtvaardige ziel gekweld.

9. Zo weet De HEERE hen die Hem vrezen uit de verdrukking te verlossen, maar Hij bewaart de onrechtvaardigen om gepijnigd te worden op de dag van het oordeel,

10. vooral hen, die, begerig naar onreinheid, het vlees volgen en op de hemelse heerschappij neerkijken. Hoogmoedig en trots zijn zij, zij die bij het lasteren niet terugschrikken voor de hemelse heerlijkheid.

11. Hoewel de engelen in macht en kracht groter zijn dan zij, brengen die geen beschuldiging van de HEERE tegen hen in wegens lastering.

12. Zij zijn echter als stomme dieren die van nature voor de slacht en de ondergang bestemd zijn, wanneer zij dingen lasteren die zij niet begrijpen. Zij zullen in hun eigen verdorvenheid omkomen.

13. Zij zijn het van wie ongerechtigheid het loon van ongerechtigheid is. Zij beschouwen een zwelgpartij overdag als een genot, terwijl zij onder de smerige vlekken zitten. Wanneer zij zich vermaken bij hun feestmaaltijden, geven zij zich over aan genot.

14. Zij hebben ogen die vol overspel zijn en onophoudelijk zondigen, terwijl zij onstandvastige zielen verleiden. Zij hebben een hart dat geoefend is in hebzucht, het zijn kinderen van de vervloeking,

15. die de rechte weg verlaten hebben. Ze zijn verdwaald en zijn de weg opgegaan van Bileam, de zoon van Beor, die het loon van de ongerechtigheid liefhad.

16. Maar hij heeft de bestraffing voor zijn ongerechtigheid ontvangen, want de stomme ezelin die met een mensenstem sprak, heeft de dwaasheid van de profeet verhinderd.

17. Het zijn bronnen zonder water, wolken die door een wervelwind voortgedreven worden, voor wie de donkere duisternis bewaard wordt.

18. Want als zij hun gruwelijke holle taal uitslaan, verleiden zij door onreine vleselijke begeerten degenen die ternauwernood ontkomen zijn aan hen die zich aan de misleiding hebben overgegeven.

19. Zij spiegelen hun vrijheid voor, maar zelf zijn zij slaven van het verderf, want dat waardoor iemand overwonnen is, daaraan is hij ook onderworpen.

20. Want als zij, nadat zij door de kennis van onze Heer en onze Redder Jezus Christus ontkomen zijn aan de smetten van de wereld, daarin opnieuw verstrikt raken en er door overwonnen worden, dan is hun einde erger dan hun begin.

21. Het zou beter voor hen geweest zijn als zij de weg van de gerechtigheid niet hadden leren kennen, dan dat zij die hebben leren kennen, maar zich daarna van het heilige gebod, dat hun overgeleverd was, afgekeerd hebben.

22. Hun is overkomen wat een waar spreekwoord zegt: “De hond is naar zijn braaksel teruggekeerd en de gewassen zeug naar het rollen in de modder!”

»