Logo
🔍

2 Timoteüs 1 VB

Paulus bemoedigt Timoteüs

1. Van Paulus, door de wil van God een apostel van Jezus Christus, naar de belofte van het leven dat in Christus Jezus is.

2. Aan mijn geliefde zoon Timoteüs. Genade, barmhartigheid en vrede zij je van God de Vader en Christus Jezus, onze Heer.

3. Ik dank God, die ik net zoals mijn voorouders met een zuiver geweten dien, wanneer ik voortdurend, dag en nacht, voor je bid.

4. En als ik denk aan je tranen, verlang ik ernaar om je weer te zien, om met blijdschap te worden vervuld.

5. Telkens moet ik denken aan je oprechte geloof, zoals je grootmoeder Loïs en je moeder Eunice dat ook hadden en waarvan ik zeker weet dat het ook in jou woont.

6. Daarom herinner ik je eraan de gave aan te wakkeren die je van God ontving toen ik je de handen oplegde.

7. Want God heeft ons geen geest van vrees gegeven, maar van kracht, liefde en zelfbeheersing.

8. Schaam je er dus niet voor van onze Heer te getuigen. Schaam je ook niet voor mij, zijn gevangene, maar wees bereid net als ik voor het goede nieuws verdrukking te lijden, in de kracht van God.

9. Hij heeft ons gered en ons geroepen met een heilige roeping, niet op grond van onze daden, maar op grond van zijn plan en zijn genade. Deze genade heeft Hij ons van eeuwigheid aan gegeven in Christus Jezus,

10. maar pas nu is die zichtbaar geworden doordat onze Redder Jezus Christus verschenen is, die heeft afgerekend met de dood en onvergankelijk leven aan het licht heeft gebracht door middel van het goede nieuws.

11. En voor dit goede nieuws ben ik aangesteld tot verkondiger, apostel en leraar voor de volken.

12. Dat is ook de reden dat ik al deze dingen moet lijden. Maar ik sta nooit beschaamd, want ik weet op Wie ik vertrouw, en ik ben ervan overtuigd dat Hij bij machte is om dat wat Hij mij heeft toevertrouwd, te bewaren tot aan de grote dag.

13. Neem de gezonde woorden die je van mij hebt gehoord tot voorbeeld en houd je daaraan, in het geloof en de liefde die in Christus Jezus zijn.

14. Bewaar wat God je heeft toevertrouwd door de Heilige Geest die in ons woont.

15. Je weet dat iedereen in Asia mij heeft verlaten, ook Fygelus en Hermogenes.

16. Dat de Heer barmhartig mag zijn voor het huis van Onesiforus, want hij heeft mij vaak met zijn hulp bemoedigd en heeft zich niet voor mijn boeien geschaamd.

17. Toen hij in Rome aankwam, heeft hij intensief naar mij gezocht en mij ook gevonden.

18. Dat de Heer barmhartig voor hem mag zijn op de grote dag. En van alles wat hij in Efeze voor mij gedaan heeft, ben je op de hoogte.

»