Prediker 7 EBV24
1. Een goede naam is beter dan goede olie, de dag van de dood is beter dan de dag waarop iemand geboren wordt.
2. Het is beter om naar een huis van rouw te gaan dan te gaan naar een huis waar men een feestmaal houdt, want in een huis van rouw eindigt ieder mens en wie leeft, neemt het ter harte.
3. Treuren is beter dan lachen, want bij een droevig gezicht wordt het hart beter.
4. Het hart van de wijzen is in een huis van rouw, maar het hart van de dwazen in een huis van blijdschap.
5. Het is beter, dat een man luistert naar de vermaning van een wijze dan dat een man luistert naar het lied van dwazen.
Verschillende waarschuwingen6. Want zoals het geknetter van de dorens onder een pot, zo is het lachen van de dwaas. Ook dit is voorbijgaand van aard.
7. Zeker, verdrukking maakt dat de wijze doorslaat en een geschenk verwoest het hart.
8. Het einde van een zaak is beter dan zijn begin. Wie uiterst geduldig is, is beter dan wie hoogmoedig is.
9. Wees niet te vlug verontwaardigd in je geest, want ergernis rust in de boezem van de dwazen.
10. Zeg niet: “Wat maakte, dat de vroegere dagen beter waren dan die er nu zijn?” Want het zou niet van wijsheid getuigen als je dat zou vragen.
11. Wijsheid is goed als deze gepaard gaat met een erfdeel, het is een voordeel voor wie de zon zien.
12. Want wijsheid is als een schild en geld is als een schild. Het voordeel van kennis is dat de wijsheid haar bezitters leven schenkt.
13. Bezie het werk van GOD, want wie kan recht maken wat Hij krom gemaakt heeft?
De juiste middenweg14. Geniet het goede op de dag van voorspoed en let op de dag van tegenslag, want GOD heeft de een gelijk gemaakt aan de ander, opdat er voor de mens niets meer na hem te ontdekken valt.
15. Dit alles heb ik gezien in de dagen van mijn vergankelijk bestaan. Er is een rechtvaardige die omkomt in zijn gerechtigheid en er is een boosdoener die lang leeft in al zijn slechtheid.
16. Wees niet al te rechtvaardig en wees niet overdreven wijs. Waarom zou jij jezelf vernietigen?
17. Wees niet al te slecht en wees niet al te dwaas. Waarom zou je sterven als het je tijd nog niet is?
18. Het is goed dat je aan het ene vasthoudt en je hand niet van het andere aftrekt, want wie GOD vreest, ontkomt aan dat alles.
19. De wijsheid maakt de wijze sterker dan tien machthebbers die in een stad zijn.
20. Zeker, er is geen mens rechtvaardig op aarde, geen mens die goed doet en niet zondigt.
21. Schenk ook geen aandacht aan alle woorden die men spreekt, opdat je niet hoort dat je dienaar je vervloekt.
Eerlijk onderzoek leidt tot God22. Want je hart heeft ook vele keren bemerkt, dat jij ook anderen vervloekt hebt.
23. Dit alles heb ik met wijsheid onderzocht. Ik zei: “Ik wil groeien in wijsheid!”, maar zij bleef ver bij mij vandaan.
24. Want wat ver weg en diep is, ja diep, wie zal dat vinden?
25. Ik keerde mij om, en mijn hart ook, om kennis te verwerven en na te speuren, om wijsheid te zoeken en de overwegingen daarbij, en om te weten te komen dat het kwaad dwaasheid is en dat de dwaasheid vol waanzinnigheden zit.
26. Ik vond iets dat bitterder is dan de dood: een vrouw die is als vangnetten en haar hart als verraderlijke sleepnetten en haar handen als boeien. Wie goed is voor het aangezicht van GOD, zal aan haar ontkomen, maar de zondaar zal erin verstrikt raken.
27. Zie, dit heb ik gevonden, zegt de Prediker, het een bij het ander voegend om zo de logica ervan te ontdekken:
28. wat mijn ziel nog zocht, maar wat ik niet gevonden heb: een man uit duizend heb ik gevonden, maar een vrouw heb ik onder die allen niet gevonden.
29. Zie, alleen dit heb ik gevonden, dat GOD de mens weliswaar recht gemaakt heeft, maar dat zij veel uitvluchten hebben gezocht.