Efeziërs 4 EBV24

1. Als gevangene in onze Heer dring ik er bij jullie op aan dat jullie leven zoals dat past bij de roeping waarmee jullie geroepen zijn,

2. met alle nederigheid van geest en kalmte en met groot geduld, en dat jullie elkaar in liefde verdragen

3. en ijverig zijn om de eenheid van de Geest te bewaren door de band van vrede,

4. zodat jullie in één Lichaam en in één Geest zullen zijn, zoals toen jullie geroepen werden in de ene hoop van jullie roeping.

5. Want de HEERE is Eén en het geloof is één en de doop is één

6. en Eén is GOD, de Vader van allen en over allen en door allen en in ons allen.

7. Maar aan ieder van ons is de genade gegeven overeenkomstig de maat van de gave van Christus.

8. Daarom zegt men: “Hij is opgestegen naar boven en heeft gevangenen in gevangenschap meegevoerd en gaven aan de mensen gegeven.”

9. Maar dat Hij opgestegen is, wat wil dat anders zeggen dan dat Hij eerst afgedaald is naar de laagste plaatsen van de aarde?!

10. Hij die afgedaald is, is ook degene die opgestegen is ver boven alle hemelen, om alle dingen in vervulling te doen gaan.

11. Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, sommigen als profeten en sommigen als evangelisten en sommigen als herders en sommigen als leraren

12. om de heiligen te vervolmaken voor het werk van de bediening, voor de opbouw van het Lichaam van Christus,

13. totdat wij allen één zullen zijn in het geloof en in de kennis van de Zoon van GOD en één volwassen man zullen zijn met de gedaante van de volheid van Christus.

14. Wij moeten niet als kleine kinderen zijn die heen en weer geslingerd worden en meewaaien met elke wind van sluw onderwijs van mensen die erop uit zijn om met hun listen ons te misleiden,

15. maar wij moeten standvastig zijn in onze liefde opdat alles wat van ons is, zal opgroeien in Christus, die het Hoofd is.

16. Uit Hem wordt heel het Lichaam samengesteld en samengevoegd door alle gewrichten, overeenkomstig de gave die aan elk lichaamsdeel op maat gegeven is voor de groei van het Lichaam, zodat de bouw ervan in liefde voltooid zal worden.

17. Maar dit zeg ik en betuig ik in de HEERE, dat jullie van nu af aan niet meer mogen leven zoals de andere volken, die leven in de vruchteloosheid van hun denken,

18. verduisterd in hun verstand en vervreemd van het Leven van GOD, omdat zij geen kennis hebben en omdat zij verblind zijn in hun hart.

19. Zij hebben zichzelf afgesneden van de hoop en zichzelf in hun begerigheid overgegeven aan wellust en aan het navolgen van allerlei onreinheid.

20. Maar zó hebben jullie Christus niet leren kennen,

21. als jullie werkelijk naar Hem geluisterd hebben en door Hem onderwezen zijn overeenkomstig de waarheid in Jezus.

22. Jullie moeten je vroegere levenswandel afleggen, de oude mens die bedorven is door de misleidende begeerten.

23. Word vernieuwd in de geest van jullie denken.

24. Doe de nieuwe mens aan die door GOD geschapen is in gerechtigheid en in ware heiligheid.

25. Leg daarom de leugen af en laat ieder de waarheid spreken met zijn naaste, want wij zijn leden van elkaar.

26. Wees boos, maar zondig niet. De zon mag niet over je boosheid ondergaan.

27. Geef de duivel geen ruimte.

28. Laat wie gestolen heeft, voortaan niet meer stelen, maar zich met zijn handen inspannen en iets goeds doen, zodat hij iets kan geven aan wie gebrek heeft.

29. Laat er geen hatelijk woord uit jullie mond komen, maar wat goed is en nuttig tot opbouw, zodat je genade schenkt aan hen die het horen.

30. Bedroef de Heilige Geest van GOD niet, waarmee jullie verzegeld zijn tot op de dag van de verlossing.

31. Laat alle bitterheid, woede, toorn, luidruchtigheid en lastering van jullie weggenomen worden, met alle slechtheid.

32. Wees vriendelijk en barmhartig voor elkaar. Vergeef elkaar, zoals GOD ons in Christus vergeven heeft.