Logo
🔍

Exodus 27 EBV24

«

1. “Je zult het altaar van acaciahout maken met een lengte van vijf el en een breedte van vijf el. Het altaar zal vierkant zijn en zijn hoogte drie el.

2. Op de vier hoeken zul je de horens ervan maken. De horens ervan zullen er één geheel mee vormen en je zult het met koper overtrekken.

3. Je zult zijn potten maken voor de verbrande vetresten en ook zijn scheppen, zijn sprenkelkommen, zijn vorken en zijn vuurschalen. Alle bijbehorende voorwerpen zul je van koper maken.

4. Je zult er een raster voor maken, een koperen vlechtwerk, en aan dat vlechtwerk zul je vier koperen ringen maken, aan zijn vier hoekpunten.

5. Je zult het onder de opstaande rand van het altaar bevestigen, aan de onderkant, zodat het vlechtwerk halverwege het altaar komt te hangen.

6. Je zult draagstokken voor het altaar maken, draagstokken van acaciahout en je zult ze met koper overtrekken.

7. De draagstokken ervan zullen door de ringen worden gestoken. De draagstokken moeten aan beide zijden van het altaar zitten als het wordt gedragen.

8. Als een holle ruimte van planken zul je het maken. Zoals Hij het je op de berg heeft laten zien, zo zullen zij het maken.

9. Je zult de voorhof van de Woning maken. Aan de zuidzijde, op het zuiden, zullen zeildoeken voor de voorhof hangen van getwijnd fijn linnen met een lengte van honderd el voor één zijde.

10. De twintig zuilen en de twintig voetstukken ervan zullen van koper zijn. De haken van de zuilen en hun verbindingsstaven zullen van zilver zijn.

11. Zo zullen er ook aan de noordzijde, in de lengte, zeildoeken zijn met een lengte van honderd el. De twintig zuilen en de twintig voetstukken ervan zullen van koper zijn. De haken van de zuilen en hun verbindingsstaven zullen van zilver zijn.

12. In de breedte van de voorhof, aan de westzijde, moeten zeildoeken komen van vijftig el lang, met de tien bijbehorende zuilen en de tien bijbehorende voetstukken.

13. De breedte van de voorhof aan de oostzijde, waar de zon opkomt, zal vijftig el zijn.

14. De zeildoeken aan de ene zijde van voren zullen vijftien el lang zijn. Daarbij horen drie zuilen en drie voetstukken.

15. Voor de andere zijde van voren ook zeildoeken van vijftien el lang met hun drie zuilen en hun drie voetstukken.

16. Vóór de poort van de voorhof zal een gordijn komen van twintig el lang, van purperblauw, purperrood en scharlakenrood garen en van getwijnd fijn linnen, een borduurwerk, met de vier bijbehorende zuilen en de vier voetstukken ervan.

17. Alle zuilen rondom de voorhof zullen zilveren verbindingsstangen hebben en hun haken zullen van zilver zijn en hun voetstukken van koper.

18. De lengte van de voorhof zal honderd el zijn, de breedte vijftig en nog eens vijftig el en de hoogte vijf el, alles van getwijnd fijn linnen. De bijbehorende voetstukken zullen van koper zijn.

19. Alle voorwerpen van de Woning die bestemd zijn voor heel de dienst ervan en ook alle bijbehorende pinnen en alle pinnen van de voorhof zullen van koper zijn.

20. Je zult de zonen van Israël opdragen om zuivere, gestoten olijfolie voor de verlichting bij je te brengen om het licht voortdurend te laten branden.

21. Voor het aangezicht van de HEERE zullen Aäron en zijn zonen ervoor zorgen, van de avond tot de ochtend, in de Tent van de Ontmoeting buiten het voorhangsel dat voor de Getuigenis hangt. Dit is een eeuwig wetsvoorschrift voor al hun generaties, deze zorg vanuit de zonen van Israël.”

»