Logo
🔍

Ezechiël 25 VB

« Gods woord tegen de Ammonieten

1. Het woord van de Heer kwam tot mij:

2. "Mensenzoon, ga met je gezicht in de richting van de Ammonieten staan en profeteer tegen hen:

3. Luister naar het woord van de Heer Heer: Dit zegt de Heer Heer: Omdat jullie 'Ha, ha!' hebben geroepen toen mijn heiligdom werd ontwijd, het land Israël werd verwoest en het huis van Juda in ballingschap ging,

4. zie, daarom zal Ik jullie land aan de volken uit het Oosten in bezit geven. Ze zullen hun tentenkampen in jullie land opslaan en zich in jullie land vestigen. Ze zullen jullie oogsten eten en jullie melk drinken.

5. Rabba zal Ik veranderen in weidegrond voor kamelen en de steden van Ammon in een rustplaats voor schapen. Jullie zullen weten dat Ik de Heer ben.

6. Want dit zegt de Heer Heer: Omdat jullie vol leedvermaak in je handen hebben geklapt en met je voeten op de grond hebben gestampt over Israël,

Gods woord over Moab

7. zie, daarom zal Ik mijn hand tegen jullie opheffen en jullie tot buit geven aan andere volken. Ik zal jullie wegvagen van onder de volken, jullie land zal niet onder de landen blijven bestaan. Ik zal jullie vernietigen en jullie zullen weten dat Ik de Heer ben."

8. "Dit zegt de Heer Heer: Omdat Moab en Seïr zeggen: 'Kijk, het huis van Juda verschilt niet van de andere volken,'

9. zie, daarom zal Ik al Moabs steden vanaf de berghellingen tot aan de grenzen verwoesten: het sieraad van het land, Bet-Jesimot, en Baäl-Meon tot aan Kirjataïm

10. zal Ik aan de volken uit het Oosten in bezit geven. Net als het land van de Ammonieten zal Ik het hun in bezit geven, opdat de volken zich de Ammonieten niet meer zullen herinneren.

Gods woord over Edom

11. Ook Moab zal Ik vonnissen en ze zullen weten dat Ik de Heer ben."

12. "Dit zegt de Heer Heer: Omdat Edom zich altijd wraakzuchtig heeft opgesteld ten opzichte van het huis van Juda, en het een grote schuld op zich geladen heeft door zich op Juda te wreken,

13. daarom, zegt de Heer Heer, zal Ik mijn hand ook tegen Edom opheffen en Ik zal er mens en dier uitroeien. Ik zal het vanaf Teman tot aan Dedan verwoesten en alle inwoners zullen omkomen door het zwaard.

Gods woord over de Filistijnen

14. De vergelding op Edom geef Ik in handen van mijn volk Israël. Dat zal Edom behandelen overeenkomstig mijn toorn en mijn woede. Zo zullen ze mijn vergelding leren kennen, zegt de Heer Heer."

15. "Dit zegt de Heer Heer: Omdat de Filistijnen altijd uit wraak hebben gehandeld, altijd uit wraak gretig hebben geplunderd en verwoest, vanuit een eeuwige vijandschap,

16. zie, daarom, zegt de Heer Heer, zal Ik mijn hand opheffen tegen de Filistijnen. Ik zal die Kretenzen uitroeien en wie er van die zeehaven overblijven, zal Ik ombrengen.

17. Ik zal de Filistijnen zwaar laten boeten en wanneer Ik het vonnis aan hen voltrokken heb, zullen ze weten dat Ik de Heer ben."

»