Logo
🔍

Galaten 6 VB

« Laatste adviezen

1. Broeders en zusters, als iemand op een misstap betrapt wordt, moeten jullie, als geestelijke mensen, hem of haar in alle zachtmoedigheid weer op de juiste weg brengen. Bedenk dat je zelf ook in verleiding kunt komen!

2. Help elkaar de lasten van het leven te dragen en vervul zo de wet van Christus.

3. Wie denkt iets te zijn terwijl hij niets is, houdt zichzelf voor de gek.

4. Laat iedereen zijn eigen werk beoordelen. Als het goed is, verheug je er dan over, maar snoef er niet over tegen anderen.

5. Iedereen is zelf verantwoordelijk voor de taak die hem is opgelegd.

6. Ontvang je onderricht in het woord, deel dan wat je hebt met degene die dat onderricht geeft.

7. Vergis je niet, God laat niet met Zich spotten. Wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten.

8. Wie op de akker van zijn menselijke natuur zaait, zal uit zijn menselijke natuur de dood oogsten. Maar wie op de akker van de Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten.

9. Laten we nooit ophouden goed te doen, want wanneer de tijd daarvoor gekomen is, zullen we oogsten, als we niet opgeven.

Slot

10. Laten we daarom, zolang we nog tijd hebben, voor iedereen goed zijn, met name voor onze geloofsgenoten.

11. Zie toch hoe ik jullie eigenhandig en met grote letters schrijf.

12. Degenen die zo graag een goede indruk willen maken en druk op jullie uitoefenen opdat jullie je laten besnijden, doen dat alleen om vanwege het kruis van Christus niet vervolgd te worden.

13. Want hoewel zijzelf besneden zijn, leven ze de Wet niet na. Toch willen zij dat jullie je laten besnijden, zodat zij zich op jullie besnijdenis kunnen laten voorstaan.

14. Maar ík wil me beslist op niets anders laten voorstaan dan op onze gekruisigde Heer Jezus Christus. Door Hem is de wereld voor mij gekruisigd, en ik voor de wereld.

15. Want in Christus is het niet van belang of iemand wel of niet besneden is, maar of hij tot een nieuwe mens geschapen is.

16. Vrede en genade zij over allen die deze regel naleven, en over het Israël van God.

17. Laat niemand mij verder nog lastigvallen, want ik draag de merktekens van de Heer Jezus in mijn lichaam.

18. Broeders en zusters, de genade van onze Heer Jezus Christus zij met jullie geest. Amen.