Logo
🔍

Genesis 13 BB

« Abram en Lot gaan uit elkaar

1. Zo vertrok Abram uit Egypte naar het Zuiderland, met zijn vrouw en alles wat hij had. Lot ging met hem mee.

2. Abram was heel rijk: hij had veel vee, zilver en goud.

3. Hij trok vanuit het Zuiderland terug naar Bet-El. Hij ging weer naar de plek waar hij de eerste keer zijn tenten had neergezet, tussen Bet-El en Ai.

4. Daar had Abram toen een altaar voor de Heer gebouwd. Ook nu bracht hij Hem daar weer offers.

5. Ook Lot, die met Abram meeging, had schapen en koeien en tenten.

6. Maar er groeide in dat gebied niet genoeg gras voor al die dieren, want ze hadden allebei heel veel vee. Daardoor konden ze er niet samen blijven wonen.

7. Er ontstond ruzie tussen de herders van Abrams vee en de herders van Lots vee. Bovendien woonden de Kanaänieten en de Perezieten met hun vee in dat gebied.

8. Daarom zei Abram tegen Lot: "Laten we alsjeblieft geen ruzie maken. Het is niet goed als er ruzie is tussen mijn herders en jouw herders. We zijn immers familie van elkaar.

9. Je kan toch wonen waar je wil? Laten we uit elkaar gaan. Als jij naar links wil gaan, zal ik naar rechts gaan. Als jij naar rechts wil gaan, zal ik naar links gaan."

10. Lot keek rond en zag dat er in het hele gebied van de Jordaan veel water was. Voordat de Heer Sodom en Gomorra verwoestte, was het er in de richting van Zoar zo mooi als de tuin van de Heer, of als Egypte.

11. Daarom koos Lot voor zichzelf het hele gebied van de Jordaan uit en trok naar het oosten. Zo gingen ze uit elkaar.

12. Abram bleef in Kanaän wonen. Lot ging in de steden van het Jordaangebied wonen. Hij zette zijn tenten op tot vlak bij de stad Sodom.

Gods belofte aan Abram

13. De mannen van Sodom waren erg slecht. Ze deden alles wat de Heer verboden had.

14. Toen Lot bij Abram was weggegaan, zei de Heer tegen Abram: "Kijk vanaf deze plek eens naar het noorden, zuiden, oosten en westen.

15. Het hele land dat je ziet, zal Ik voor altijd aan jou en je familie ná jou geven.

16. Ik zal van jou een groot volk maken, zo ontelbaar als het stof op de aarde.

17. Kom, trek rond door het hele land, want Ik zal het aan jou geven."

18. Daarna zette Abram zijn tenten op bij de eikenbomen van Mamré bij Hebron. Daar ging hij wonen. En hij bouwde er een altaar voor de Heer.

»