Logo
🔍

Habakuk 3 VB

« Habakuks gebed

1. Een gebed van de profeet Habakuk, als klaagzang.

2. "Heer, toen ik uw bekendmaking hoorde, werd ik vol ontzag voor uw daden. Roep ze in het leven, Heer, in onze jaren, maak ze bekend in deze tijd, denk in uw toorn aan uw barmhartigheid!

3. God kwam van Teman, de Heilige kwam van het Parangebergte. (Sela) Zijn heerlijkheid bedekte de hemel, de aarde was vol van zijn roem.

4. Hij schitterde als de zon, lichtstralen kwamen van zijn hand, waarin zijn kracht verborgen was.

5. De pest ging voor Hem uit, koorts volgde Hem op de voet.

6. Hij stond en mat de aarde op, Hij keek en de volken beefden, de eeuwenoude bergen werden verbrijzeld, de eeuwige heuvels zonken neer. Zijn wegen zijn eeuwig.

7. Ik zag de tenten van Kusan in nood verkeren, de tentdoeken van Midian klapperden.

8. Was de Heer kwaad op de rivieren? Woedde uw toorn tegen de stromen, was uw toorn tegen de zee gericht, dat U uitreed met uw paarden, met uw overwinnende strijdwagens?

9. U haalde uw boog tevoorschijn, vanwege uw eed, aan de stammen gezworen. (Sela) U doorkliefde de aarde met rivieren;

10. toen de bergen U zagen, sidderden zij. Een vloed van water stroomde voorbij, de waterdiepte liet zijn stem horen en stak zijn armen hoog op.

11. Zon en maan stonden stil in hun woning, bij het licht van uw flitsende pijlen, bij de schittering van uw bliksemende speer.

12. Diep verontwaardigd schreed U over de aarde, vertrapte U de volken in uw toorn.

13. U rukte uit voor de redding van uw volk, voor de verlossing van uw gezalfde. U verbrijzelde het hoofd van het huis van de goddeloze en legt het fundament open tot aan de onderste steen. (Sela)

14. U doorboorde met uw pijlen het hoofd van zijn manschappen die kwamen aanstormen om mij te verdrijven, juichend, omdat ze een weerloze stakker in het verborgene dachten te verslinden.

15. U vertrapte de zee met uw paarden, zodat de watermassa's schuimden.

16. Toen ik dit hoorde, beefde mijn binnenste, mijn lippen trilden bij dit bericht, mijn beenderen werden week en mijn benen wankelden. Ik zal rustig wachten op de onheilsdag die komt voor het volk dat ons met zijn legers aanvalt.

17. Zelfs als de vijgenboom niet bloeit, en er geen vrucht aan de wijnstok is, de olijvenoogst geheel mislukt, de akkers geen voedsel opleveren, de schaapskudden worden geroofd en er geen rund meer in de stallen is,

18. zelfs dan zal ik jubelen over de Heer, juichen over de God die mij redt.

19. Want de Heer Heer is mijn kracht, hij zal mijn voeten maken als die van een hinde, Hij laat mij zelfs over de hoogste toppen gaan." Voor de koorleider, begeleiden met snaarinstrumenten.