Logo
🔍

Hebreeën 11 VB

« Voorbeelden van geloof uit het verleden

1. Het geloof is de zekerheid van de dingen waar wij vol hoop naar uitzien, het is de overtuiging van de waarheid van de dingen die men niet ziet.

2. En vanwege hun geloof wordt er van onze voorouders een goed getuigenis gegeven.

3. Door geloof begrijpen we dat de wereld door het woord van God is gevormd, zodat de zichtbare dingen niet zijn ontstaan uit het waarneembare.

4. Door geloof heeft Abel een beter offer aan God gebracht dan Kaïn. Daarom wordt er van hem getuigd dat hij rechtvaardig was, want God aanvaardde zijn gaven. Door zijn geloof spreekt Abel nog steeds tegen ons, ook al is hij gestorven.

5. Door geloof is Henoch van de aarde weggenomen, zodat hij niet hoefde te sterven. Men zag hem niet meer, doordat God hem opgenomen had. Want voordat hij werd opgenomen, werd er van hem getuigd dat hij God vreugde gaf.

7.

8. Door geloof is Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam vertrokken naar het land dat hij later in bezit zou krijgen. Hij vertrok, zonder te weten waar hij heen ging.

9. Door geloof heeft hij als vreemdeling gewoond in het land dat hem beloofd was, in tenten, met Izaäk en Jakob, die deelhadden aan dezelfde belofte.

12.

13. Zij allen zijn in het geloof gestorven, zonder de vervulling van de belofte te hebben gezien. Ze hebben die alleen uit de verte gezien en vol geloof begroet. Ze erkenden dat ze als vreemdelingen en gasten op deze aarde woonden.

14. Wie zoiets zeggen, laten daarmee zien dat ze een vaderland zoeken.

15. Als ze daarbij het vaderland in gedachten zouden hebben gehad dat ze verlaten hadden, zouden ze daarheen hebben kunnen terugkeren.

16. Maar nee, zij verlangden naar een beter vaderland, namelijk het hemelse vaderland. Daarom schaamt God Zich er niet voor om hun God genoemd te worden, want Hij heeft voor hen een stad gereedgemaakt.

17. Door geloof was Abraham, toen hij op de proef werd gesteld, bereid Izaäk te offeren.

19.

20. Door geloof heeft Izaäk Jakob en Ezau gezegend en daarbij over dingen in de toekomst gesproken.

21. Door geloof heeft Jakob op zijn sterfbed de beide zonen van Jozef gezegend en heeft hij God aanbeden, leunend op zijn staf.

22. Door geloof heeft Jozef op zijn sterfbed gesproken over de uittocht van de Israëlieten en gaf hij opdracht wat er met zijn gebeente moest gebeuren.

23. Door geloof werd Mozes na zijn geboorte drie maanden lang door zijn ouders verborgen gehouden, omdat ze zagen dat hij een mooi kind was.

24. Door geloof heeft Mozes, toen hij volwassen geworden was, geweigerd om door te gaan voor een zoon van de dochter van de farao.

28.

29. Door geloof zijn ze de Rode Zee doorgetrokken als over droog land, maar de Egyptenaren, die dat ook probeerden, verdronken allemaal.

30. Door geloof zijn de muren van Jericho gevallen, nadat men daar zeven dagen lang omheen gelopen had.

31. Door geloof is de hoer Rachab niet omgekomen met de ongehoorzame inwoners, omdat ze de verkenners met vrede had ontvangen.

32. En wat moet ik nog meer zeggen? Want ik zou tijd tekort komen als ik zou gaan vertellen van Gideon,#11:32 zie Rich 6:11—8:32 Barak,#11:32 zie Rich 4:4-24 Simson,#11:32 zie Rich 13:24—16:31 Jefta,#11:32 zie Rich 11:1—12:7 David, Samuel en de profeten,

33. die door geloof koninkrijken overwonnen, voor vergelding zorgden, beloften vervuld zagen worden, de muilen van leeuwen dichtbonden,

34. de kracht van het vuur doofden, aan de dood door het zwaard ontkwamen, kracht ontvingen in zwakte, sterk waren in de strijd, vijandelijke legers op de vlucht joegen;

35. vrouwen kregen hun overledenen uit de dood terug; anderen zijn op de pijnbank gelegd en wilden van geen bevrijding weten omdat ze deel wilden krijgen aan een betere opstanding;

36. anderen zijn bespot en gegeseld, geboeid en gevangengezet,

37. gestenigd, doorgezaagd, gemarteld, gedood door het zwaard; ze zwierven rond in schapenvachten en geitenvellen, leden onder ontbering, vervolging en mishandeling

38. – mensen die te goed waren voor deze wereld – en ze doolden rond door woestijnen, in de bergen, in bergkloven en grotten.

39. Van al deze mensen wordt een goed getuigenis gegeven vanwege hun geloof, maar ze hebben geen van allen de vervulling van de belofte gezien.

40. Want God had voor ons iets beters op het oog, opdat zij niet zonder ons het einddoel zouden bereiken.

»