Hosea 4 EBV24
1. “Hoor het woord van de HEERE, zonen van Israël, want de HEERE heeft een rechtszaak met de inwoners van het land, omdat er geen trouw en geen echte vriendschap en geen kennis van GOD in het land is.
2. Vloeken, liegen, moorden, stelen en overspel! Zij zijn doorgeslagen, het ene bloedbad na het andere bloedbad.
3. Daarom treurt het land en ieder, die daarin woont, kwijnt weg: de dieren van het veld en de vogels in de lucht, ja zelfs de vissen in de zee worden weggenomen.
4. Maar wee de man die een rechtszaak durft aan te spannen en wee de man die een aanklacht durft in te dienen. Jouw volk is als wie zich verzetten tegen de priester.
5. Overdag zul je struikelen en ’s nachts zal met jou ook de profeet struikelen en je moeder zal ik ombrengen.
6. Mijn volk is met stomheid geslagen, omdat het zonder kennis is. Omdat je de kennis verworpen hebt, heb Ik ook jou verworpen om mij als priester te dienen. Omdat je de Wet van je GOD vergeten hebt, zal Ik ook jouw zonen vergeten.
7. Hoe talrijker zij werden, hoe meer zij tegen Mij zondigden. Ik zal hun eer veranderen in schande.
8. Zij eten van de zonde van mijn volk en zien met zielsverlangen uit naar hun ongerechtigheid.
9. Zoals het volk is, zo zal ook de priester zijn. Daarom zal Ik hem zijn wegen vergelden en zijn daden op hem doen terugkeren.
10. Zij zullen eten maar niet verzadigd worden, zij zullen hoererij plegen maar niet baren, want zij hebben nagelaten de dienst aan de HEERE te onderhouden.
11. Hoererij en wijn en nieuwe wijn houden het hart in hun greep.
12. Mijn volk vraagt zijn hout om raad en zijn stok zal het hem bekend maken, want een geest van hoererij verleidt hen, zodat zij van onder de hoede van hun GOD weghoereren.
13. Op de toppen van de bergen offeren zij en op de heuvels brengen zij reukoffers onder een eik, een populier en een terpentijnboom, want de schaduw ervan is goed. Daarom doen jullie dochters aan hoererij en plegen jullie bruiden overspel.
14. Ik zal geen oordeel over jullie dochters brengen, omdat zij hoererij plegen en ook niet over jullie bruiden, omdat zij overspel plegen. Zij zonderen zichzelf immers af met de hoeren en samen met de tempelhoeren brengen zij offers. Een onverstandig volk zal ten val komen.
15. Als jij dan hoereert, Israël, laat Juda dan niet medeschuldig worden. Ga niet naar Gilgal en klim niet op naar Beth-Aven en zweer niet: ‘Zowaar de HEERE leeft!’
16. Want Israël is opstandig als een weerspannige jonge koe. Nu dan, de HEERE zal hen weiden als een lammetje in het open veld.
17. Efraïm heeft zich verbonden met de afgodsbeelden, laat hem met rust.
18. Hun drank is vergiftigd, hoererij op hoererij plegen zij en haar schildwachten hebben alleen maar de schande lief.
19. Een wind heeft haar met zijn vleugels vastgegrepen en zij zullen beschaamd uitkomen door hun slachtoffers.”