Logo
🔍

Jeremia 20 VB

« Jeremia wordt gevangen genomen

1. Toen de priester Pashur, de zoon van Immer, die was aangesteld tot opziener in het huis van de Heer, hoorde wat Jeremia profeteerde,

2. liet hij Jeremia stokslagen geven en zette hem gevangen in de bovenste Benjaminpoort, bij het huis van de Heer.

3. Toen Pashur de volgende dag Jeremia kwam vrijlaten, zei Jeremia tegen hem: "De Heer noemt jou niet Pashur, maar Magor-Missabib, Overal Ontzetting.

4. Want, zegt de Heer, zie, Ik zal je tot een ontzetting maken voor jezelf en voor al je vrienden. Met eigen ogen zul je zien hoe ze vallen door het zwaard van hun vijanden. En Ik zal heel Juda in de macht van de koning van Babel geven. Hij zal hen in ballingschap wegvoeren naar Babel en hen doden met het zwaard.

5. Ook zal Ik alle rijkdommen van deze stad, alle voorraden, alle bezittingen en alle schatten van de koningen van Juda aan de vijand geven. Zij zullen alles als buit meenemen naar Babel.

Jeremia's wanhoop

6. En jij, Pashur, zal met je hele familie in ballingschap gaan en naar Babel worden gebracht. Daar zul je sterven en daar zul je begraven worden, jij en al je vrienden, tegen wie je leugens hebt geprofeteerd."

7. "Heer, U hebt mij overgehaald en ik heb mij laten overhalen. U was sterker dan ik en U hebt gewonnen. De hele dag word ik belachelijk gemaakt, ik word door iedereen bespot.

8. Want telkens als ik tot hen spreek, roep ik het uit, roep ik over geweld en verwoesting. Alle dagen word ik bespot en beschimpt om het woord van de Heer.

9. Daarom zei ik: 'Ik zal niet meer aan Hem denken, ik zal niet meer in zijn naam spreken.' Maar dan werden uw woorden in mijn hart als een laaiend vuur, opgesloten in mijn gebeente. Ik heb grote moeite gedaan om het in te houden, maar ik kan het niet.

10. Ik hoor hoe de mensen mij naroepen: 'Hé, Overal Ontzetting!' en ze zeggen: 'Geef hem aan, dan arresteren we hem!' Ook mijn vrienden hopen dat ik struikel en zeggen: 'Hopelijk loopt hij in de val en kunnen we hem laten arresteren. Dan kunnen we wraak op hem nemen.'

11. Maar de Heer is met mij als een machtige krijgsheld. Daarom zullen mijn belagers struikelen en niets kunnen uitrichten. Ze zullen geheel beschaamd staan, omdat hun plannen niet slagen. Ze zullen eeuwig te schande staan, het zal nooit worden vergeten.

12. Maar U, Heer van de hemellegers, die de rechtvaardige toetst, die hart en nieren doorgrondt, laat mij zien hoe U het hun vergeldt, want ik heb mijn zaak aan U voorgelegd.

13. Zing voor de Heer en prijs de Heer, want Hij redt het leven van de arme uit de macht van hen die kwaad doen.

14. Vervloekt de dag waarop ik geboren werd! Laat er geen zegen rusten op de dag dat mijn moeder mij ter wereld bracht!

15. Vervloekt de man die mijn vader bericht bracht: 'Je hebt een zoon gekregen!' en hem daarmee grote vreugde gaf.

16. Dat het die man mag vergaan als de steden die de Heer meedogenloos heeft omgekeerd.#20:16 zie Gen 13:13 | Gen 19:15 | Gen 19:24-25 Laat hij 's morgens de strijdkreten horen en 's middags het geschreeuw.

17. Waarom heeft Hij mij niet vóór mijn geboorte gedood, dan was mijn moeder mijn graf geworden en haar moederschoot voor altijd zwanger gebleven.

18. Waarom toch moest ik de moederschoot verlaten, als ik niets dan ellende en verdriet zal kennen en ik mijn dagen moet slijten in schande?"

»