Logo
🔍

Job 36 BB

« Het antwoord van Elihu (vervolg)

1. Elihu ging verder:

2. Wacht nog even, ik ben nog niet klaar. Ik heb je nog meer over God te zeggen.

3. Ik zal je alles vertellen wat ik weet en voor mijn Maker opkomen.

4. Want ik praat geen onzin. Hier staat een wijs man voor je!

5. Kijk, God is machtig, maar vindt niets onbelangrijk. Er is niets wat Hij niet begrijpt.

6. Mensen die zich niets van Hem aantrekken, laat Hij niet in leven. Hij zorgt ervoor dat arme mensen krijgen waar ze recht op hebben.

7. Mensen die leven zoals Hij het wil, laat Hij nooit in de steek. Hij geeft hun een plaats bij de belangrijke mensen, zodat iedereen altijd respect voor hen heeft.

8. Maar als ze helemaal vastzitten in de ellende, en niet meer weten hoe ze daaruit los moeten komen,

9. dan laat Hij hun zien wat ze hebben gedaan. Hij laat hun zien hoe slecht ze zijn geweest, omdat ze dachten dat ze zich niets van Hem hoefden aan te trekken.

10. Hij waarschuwt hen dat ze moeten ophouden met het doen van slechte dingen.

11. Als ze luisteren en Hem gehoorzamen, gaat het de rest van hun leven weer goed met hen en zijn ze gelukkig.

12. Maar als ze niet luisteren maar onverstandig blijven, sterven ze. Dan komt er een einde aan hun leven.

13. Maar slechte mensen roepen God niet om hulp als Hij hen straft. Ze worden alleen maar steeds bozer op Hem.

14. Ze sterven als ze nog jong zijn, na een kort leven vol dingen die God niet goed vindt.

15. Maar God probeert juist iemand te redden door hem in moeilijkheden te brengen. Hij wil dat hij juist door de moeilijkheden Hem weer gaat zoeken.

16. Zo probeert Hij ook jou uit de ellende te trekken. Hij wil je naar de vrijheid brengen, waar je weer veilig en in alle rust kan genieten van de goede dingen van het leven.

17. Maar je hebt je straf helemaal verdiend, want je bent schuldig. Wat jou nu overkomt, is de straf van God.

18. Zorg ervoor dat je in je boosheid nu niet met God gaat spotten. Want dan zal God je van Hem wegstoten. Dan zal niets je nog kunnen redden.

19. Had Hij je moeten ontzien omdat je zo rijk bent? Had Hij je soms niets mogen doen vanwege je macht?

20. Verlang maar niet naar de dag waarop iedereen geoordeeld zal worden.

21. Pas op, en stop met het doen van slechte dingen. Want juist daardoor zit je nu in de ellende.

22. God doet wat Hij wil. Wie is zo machtig als Hij?

23. Wie durft Hem te vertellen wat Hij moet doen? Wie durft tegen Hem te zeggen dat Hij oneerlijk is geweest?

24. Vergeet niet Hem te prijzen voor alles wat Hij doet.

25. Alle mensen zien wat Hij heeft gemaakt en hebben ontzag voor Hem.

26. God is machtig en wij kunnen Hem niet begrijpen. Ook kan niemand weten hoe oud Hij is.

27. Hij trekt waterdruppels omhoog, zodat die later veranderen in regen.

28. Hij laat de regen uit de wolken vallen zodat de mensen nat worden.

29. Wie kan begrijpen hoe de wolken zich opstapelen en hoe de donder dreunt vanuit zijn huis?

30. Hij verspreidt de bliksem over de hemel en Hij bedekt de diepten van de zee.

31. Door de krachten van de natuur zegent of straft Hij de volken. Hij geeft hun eten in overvloed.

32. Hij bedekt het licht met beide handen. Hij beveelt het om niet langer te schijnen en verbergt het met wolken.

33. Met de donder kondigt Hij een storm aan. Het vee weet dat er storm op komst is. (lees verder)

»