Logo
🔍

Jozua 19 VB

« Het erfbezit van de stam Simeon

1. Het tweede lot wees de families van de stam Simeon aan. Hun erfbezit lag midden in het erfbezit van de stam Juda.

2. In hun erfbezit lagen: Berseba, Seba, Molada,

3. Hazar-Sual, Bala, Azem,

4. Eltolad, Betul, Horma,

5. Ziklag, Bet-Hammarkabot, Hazar-Suza,

6. Bet-Lebaot en Saruhen;

7. in totaal 13 steden met hun dorpen.

8. Verder Aïn, Rimmon, Eter en Asan; in totaal vier steden met hun dorpen. De dorpen die rond deze steden gelegen waren, reikten tot aan Baälat-Beër (het huidige Zuid-Ramat). Dit is het erfbezit van de families van de stam Simeon.

Het erfbezit van de stam Zebulon

9. Het erfbezit van Simeon ligt binnen het gebied van de stam Juda, omdat het erfbezit van Juda te groot was voor deze stam. Daarom kreeg de stam Simeon zijn erfbezit binnen de grenzen van Juda.

10. Het derde lot wees de families van de stam Zebulon aan. Hun erfbezit komt tot aan Sarid.

11. De grens loopt in westelijke richting omhoog naar Marala, daarna naar Dabbeset en vervolgens tot aan de beek bij Jokneam.

12. Vanaf Sarid loopt de grens recht naar het oosten, via Kislot-Tabor naar Dobrat en omhoog naar Jafia,

13. vervolgens recht naar het oosten naar Gat-Hefer, Et-Kazin en Rimmon-Metohar, met een boog om Nea heen,

14. vervolgens langs de noordkant van Hannaton en eindigt bij het dal van Jifta-El.

15. Ook kregen ze Kattat, Nahalal, Simron, Jidala en Betlehem; in totaal twaalf steden met hun dorpen.

Het erfbezit van de stam Issaschar

16. Dit is het erfbezit van de families van de stam Zebulon, met hun steden en dorpen.

17. Het vierde lot wees de families van de stam Issaschar aan. Tot hun gebied behoorden:

18. Jizreëla, Kesullot, Sunem,

19. Hafaraïm, Sion, Anacharat,

20. Rabbit, Kisjon, Ebez,

21. Remet, En-Gannim, En-Hadda en Bet-Pazzez.

22. De grens van hun gebied loopt langs Tabor, Sahazima en Bet-Semes en eindigt bij de Jordaan. In totaal 16 steden met hun dorpen.

Het erfbezit van de stam Aser

23. Dit is het erfbezit van de families van de stam Issaschar, met hun steden en dorpen.

24. Het vijfde lot wees de families van de stam Aser aan.

25. Tot hun gebied behoorden: Helkat, Hali, Beten,

26. Achsaf, Allammelech, Amad en Misal. De grens loopt langs de Karmel en de rivier Libnat in westelijke richting [tot aan de zee].

27. Oostwaarts buigt de grens af naar Bet-Dagon, tot aan Zebulon en het dal van Jifta-El in het noorden, loopt vervolgens langs Bet-Emek en Nehiël, tot aan de noordkant van Kabul,

28. langs Ebron, Rehob, Hammon en Kana tot aan Groot-Sidon.

29. Daar buigt de grens af naar Rama en de versterkte stad Tyrus, loopt vervolgens met een boog naar Hosa en eindigt bij de zee. Verder kregen ze Achzib, Umma, Afek en Rehob.

30. In totaal 22 steden met hun dorpen.

Het erfbezit van de stam Naftali

31. Dit is het erfbezit van de families van de stam Aser, met hun steden en dorpen.

32. Het zesde lot wees de families van de stam Naftali aan.

33. Hun grens loopt van Helef en de eik van Zaänannim langs Adami-Nekeb, Jabneël en Lakkum en eindigt bij de Jordaan.

34. Westwaarts loopt de grens naar Asnot-Tabor en Hukkok, tot aan Zebulon in het zuiden, Aser in het westen en Juda aan de Jordaan in het oosten.

35. Verder kregen ze de versterkte steden Ziddim, Zer, Hammat, Rakkat,

36. Kinneret, Adama, Rama, Hazor,

37. Kedes, Edreï, En-Hazor, Jiron,

38. Migdal-El, Horem, Bet-Anat en Bet-Semes. In totaal 19 steden met hun dorpen.

Het erfbezit van de stam Dan

39. Dit is het erfbezit van de families van de stam Naftali, met hun steden en dorpen.

40. Het zevende lot wees de families van de stam Dan aan. Tot hun gebied behoorden:

41. Zora, Estaol, Ir-Semes, Saälabbin,

42. Ajalon, Jitla, Elon,

43. Timnata, Ekron, Elteke,

44. Gibbeton, Baälat, Jehud,

45. Bene-Berak, Gat-Rimmon, Me-Jarkon en Rakkon,

46. evenals het gebied rond Jafo.

47. Maar omdat het gebied van de stam Dan te klein was geworden, trokken ze ten strijde tegen Lesem, namen het in en doodden alle inwoners. Ze namen het in bezit en gingen er wonen. Ze noemden Lesem voortaan Dan, naar hun voorvader.

Het land is verdeeld

48. Dit is het erfbezit van de families van de stam Dan, met hun steden en dorpen.

49. Toen de Israëlieten het hele land onder de verschillende stammen hadden verdeeld in erfbezittingen en de grenzen hadden bepaald, gaven ze ook Jozua, de zoon van Nun, een erfbezit onder hen.

50. Zoals de Heer had bevolen gaven ze hem de stad waar hij om gevraagd had: Timnat-Sera in het bergland van Efraïm. Hij herbouwde de stad en ging er wonen.

51. Zo wezen de priester Eleazar, Jozua en de stamhoofden door middel van het lot aan de Israëlieten hun erfbezittingen toe. Dit gebeurde in de tegenwoordigheid van de Heer, bij de ingang van de tent van ontmoeting in Silo. Zo werd de verdeling van het land voltooid.

»