Logo
🔍

Richters 17 VB

« Micha en het godenbeeld

1. In het gebergte van Efraïm woonde een man die Micha heette.

2. Op een dag zei hij tegen zijn moeder: "De 1100 zilverstukken die laatst van u gestolen waren en waarover u in mijn bijzijn een vervloeking hebt uitgesproken, heb ik. Ik had ze weggenomen." Toen zei zijn moeder: "Wees gezegend door de Heer, mijn zoon!"

3. Hij gaf zijn moeder de 1100 zilverstukken terug, maar zijn moeder zei: "Ik heilig dit hele bedrag voor de Heer, voor jou, mijn zoon, om er een beeld van te maken. Daarom geef ik ze weer aan jou."

4. Maar hij gaf het geld aan zijn moeder terug. Toen ging ze met 200 zilverstukken naar de edelsmid, die er een beeld van maakte. Het beeld werd in Micha's huis gezet.

5. Deze Micha had namelijk een heiligdom. Hij had een voorwerp gemaakt om godsspraken mee te verkrijgen en een aantal huisgoden. Een van zijn zonen had hij tot priester gewijd.

6. In die tijd was er geen koning in Israël. Iedereen deed wat in eigen ogen goed was.

7. En er was een jongeman, een Leviet, die als vreemdeling in Betlehem woonde, dat in het gebied van de stam Juda ligt.

8. Op een dag verliet hij Betlehem in Juda, op zoek naar een plaats om te wonen. Hij kwam op zijn tocht ook in het gebergte van Efraïm en hij deed daar het huis van Micha aan.

9. Micha vroeg hem: "Waar kom je vandaan?" Hij antwoordde: "Ik ben een Leviet uit Betlehem in Juda. Ik trek rond, op zoek naar een plek om te wonen."

10. Toen zei Micha tegen hem: "Blijf bij mij, je kunt mijn raadgever en priester zijn. Ik zal je per jaar 10 zilverstukken en een stel kleren geven en je van voedsel voorzien."

11. De Leviet stemde daarmee in en besloot bij hem te blijven. De jongeman werd door Micha als een eigen zoon behandeld.

12. En Micha wijdde de Leviet tot priester. Zo woonde hij bij Micha in huis.

13. En Micha dacht: "Ik weet zeker dat de Heer goed voor mij zal zijn, nu ik deze Leviet als priester heb."

»