Logo
🔍

Klaagliederen 5 EBV24

« Het vijfde lied - Gebed om redding

1. O HEERE, denk toch aan wat er met ons is gebeurd, aanschouw en zie onze smaad.

2. Ons erfdeel is naar vreemden overgegaan, onze huizen naar buitenlanders.

3. Wij zijn wezen zonder vader, onze moeders zijn als weduwen.

4. Ons water moeten wij voor geld drinken, ons hout krijgen wij tegen betaling.

5. Wij worden op de nek gezeten, wij zijn doodmoe, maar wij krijgen geen rust.

6. Wij hebben Egypte de hand geschud, ook Assyrië, om met brood verzadigd te worden.

7. Onze vaderen hebben gezondigd, zij zijn er niet meer, en wij dragen hun ongerechtigheden.

8. Knechten heersen over ons, er is niemand die ons aan hun hand ontrukt.

9. Wij moeten ons brood met gevaar voor ons eigen leven halen, vanwege het zwaard in de woestijn.

10. Onze huid gloeit als een oven, door de koortsvlagen van de honger.

11. Zij hebben de vrouwen in Sion verkracht, de maagden in de steden van Juda.

12. Vorsten zijn door hun hand opgehangen, de gezichten van de ouderen worden niet meer geëerd.

13. De sterkste mannen dragen de molenstenen, en jongemannen struikelen onder de last van het hout.

14. De oudsten zijn gestopt met het zitten in in de poort, de jongemannen met hun snarenspel.

15. De vreugde van ons hart is weg, onze reidans is veranderd in rouw.

16. De kroon is van ons hoofd gevallen. Wee ons, want wij hebben gezondigd!

17. Daarom is ons hart mat geworden, hierom zijn onze ogen verduisterd,

18. omwille van de berg Sion die verwoest is, de jakhalzen zwerven er rond.

19. U, HEERE, zetelt tot in eeuwigheid, uw troon is van generatie op generatie.

20. Waarom zou U ons voor altijd vergeten? Waarom zou U ons voor zo’n lange tijd verlaten?

21. O HEERE, breng ons bij U terug, dat wij ons bekeren. Maak onze dagen nieuw zoals vroeger.

22. Of heeft U ons werkelijk helemaal verworpen? Bent U dan zo vreselijk toornig op ons?