Leviticus 2 EBV24
1. “Als iemand een spijsoffer tot de HEERE doet naderen, dan moet zijn offergave bestaan uit fijn meel. Hij zal er olie over gieten en er wierook op leggen.
2. Hij zal het bij de zonen van Aäron, de priesters, brengen en de priester zal een handvol van dat fijne meel en van die olie afnemen met daarbij alle wierook en de priester zal het als gedenkoffer op het altaar in rook doen opgaan, het is een vuuroffer, een aangename geur voor de HEERE.
3. Wat van het spijsoffer overblijft, zal voor Aäron en zijn zonen zijn. Het is het allerheiligste van de vuuroffers van de HEERE.
4. Als je een spijsoffer, dat in de oven gebakken is, als offergave brengt, dan moeten het ongezuurde koeken zijn, gemengd met olie, en dunne ongezuurde koeken die met olie zijn ingesmeerd, alles van fijn meel.
5. Als je offergave een spijsoffer van de bakplaat is, dan moet het van ongezuurd fijn meel zijn dat met olie gemengd is.
6. Je moet het in stukken breken en er olie over gieten. Het is een spijsoffer.
7. Als je offergave een spijsoffer uit de pan is, dan moet je het maken van fijn meel met olie.
8. Het spijsoffer, dat hiermee klaargemaakt is, zul je bij de HEERE brengen. Men moet het bij de priester brengen en die zal het naar het altaar brengen.
9. De priester zal van het spijsoffer een gedenkoffer afnemen en dat op het altaar in rook doen opgaan. Het is een vuuroffer, een aangename geur voor de HEERE.
10. Wat van het spijsoffer overblijft, zal voor Aäron en zijn zonen zijn. Het is het allerheiligste van de vuuroffers van de HEERE.
11. Geen enkel spijsoffer waarmee jullie tot de HEERE naderen, mag met zuurdeeg worden klaargemaakt. Want jullie mogen geen vuuroffer voor de HEERE in rook doen opgaan dat zuurdeeg of honing bevat.
12. Jullie moeten de offergave van het eerste van de oogst aan de HEERE brengen, maar zij mogen die niet als een aangename geur op het altaar in rook doen opgaan.
13. Elke offergave van je spijsoffer moet met zout gezouten worden. Het zout van het Verbond van je GOD mag je niet aan je spijsoffer onthouden. Bij elk van je offergaven moet je ook zout offeren.
14. Als je een spijsoffer van de eerstelingen bij de HEERE brengt, zul je als spijsoffer van je eerstelingen verse op het vuur geroosterde aren en verbrokkelde korrels van vers graan brengen.
15. Je zult er olie over gieten en er wierook op leggen, het is een spijsoffer.
16. Dan zal de priester een deel van de verbrokkelde graankorrels en van de olie en al de wierook als een gedenkoffer daaraan in rook doen opgaan. Het is een vuuroffer voor de HEERE.”