Logo
🔍

Lukas 12 VB

« Waarschuwingen

1. Intussen waren er duizenden mensen toegestroomd, zodat ze elkaar verdrongen. Toen zei Jezus tegen zijn leerlingen: "Pas vooral op voor de zuurdesem van de Farizeeërs, namelijk hun huichelarij.#12:1 vgl Mat 16:5-12 | Mar 8:14-21

2. Werkelijk alles wat bedekt is, zal zichtbaar worden, alles wat verborgen is, zal bekend worden.

3. Daarom zal alles wat jullie in het donker hebben gezegd, in het licht worden gehoord. En alles wat jullie in een binnenkamer iemand in het oor gefluisterd hebben, zal van de daken worden verkondigd.

4. Tegen jullie, mijn vrienden, zeg Ik: wees niet bang voor hen die het lichaam kunnen doden maar daarna niets ergers kunnen doen.

5. Ik waarschuw jullie voor wie jullie bang moeten zijn: wees bang voor Hem die, nadat Hij heeft gedood, de macht heeft om in de hel te werpen. Ja, Ik zeg jullie: wees bang voor Hém!

6. Er worden toch vijf mussen verkocht voor maar twee koperstukken? Toch wordt niet één daarvan door God vergeten.

7. Zelfs de haren op jullie hoofd zijn stuk voor stuk geteld. Wees dus niet bang, want jullie zijn veel kostbaarder dan een hele zwerm mussen.

8. Ik zeg jullie: iedereen die Mij erkent bij de mensen, zal door de Mensenzoon erkend worden bij de engelen van God.

9. Maar wie Mij afwijst bij de mensen, zal afgewezen worden bij de engelen van God.

10. Ieder die kwaadspreekt over de Mensenzoon, zal daarvoor vergeving krijgen, maar wie de Heilige Geest belastert, zal daarvoor geen vergeving krijgen.

11. Wanneer ze jullie naar de synagoge brengen, of voor rechters of machthebbers slepen, maak je dan geen zorgen hoe of wat jullie moeten antwoorden ter verdediging, of wat jullie moeten zeggen,

De gelijkenis van de rijke man

12. want de Heilige Geest zal jullie op het juiste moment laten weten wat jullie moeten zeggen."

13. Iemand uit de menigte zei tegen Jezus: "Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen."

14. Maar Jezus zei tegen hem: "Luister: wie heeft Mij tot rechter of bemiddelaar over jullie aangesteld?"

15. En Hij zei tegen hen: "Kijk uit voor hebzucht, want al bezit iemand nog zo veel, zijn leven behoort niet tot zijn bezit!"

16. En Hij vertelde hun een gelijkenis: "De akkers van een rijk man hadden een grote oogst opgeleverd.

17. Hij overlegde bij zichzelf: 'Wat zal ik doen? Want ik heb niet genoeg opslagruimte voor de oogst.'

18. Hij bedacht: 'Ik weet het: ik zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen. Daar zal ik dan mijn hele oogst en al mijn voorraden in kunnen opslaan.

19. Dan zal ik tegen mezelf zeggen: Je hebt veel voorraden opgeslagen, genoeg voor vele jaren. Doe nu maar rustig aan, eet, drink en neem het ervan.'

20. Maar God zei tegen hem: 'Jij dwaas! Vannacht nog zal je leven van je opgeëist worden. En alles wat je hebt opgeslagen – voor wie zal het zijn?'

Bezorgdheid

21. Zo zal het iemand vergaan die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God."

22. En Hij zei tegen zijn leerlingen: "Daarom zeg Ik jullie: maak je geen zorgen over je leven, over wat je moet eten; of over je lichaam, over wat je moet aantrekken.

23. Het leven is meer dan het voedsel, en het lichaam is meer dan de kleding.

24. Kijk eens naar de raven: ze zaaien niet, ze oogsten niet en hebben geen voorraadkamers of schuren. God voedt ze. Zijn jullie niet veel kostbaarder dan de vogels?

25. Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan de lengte van zijn leven toevoegen?

26. Als jullie dan zoiets kleins niet eens kunnen, wat maken jullie je dan zorgen over de rest?

27. Kijk eens naar de lelies, hoe ze groeien. Ze werken niet en weven niet, maar Ik zeg jullie dat zelfs koning Salomo in al zijn pracht niet zo schitterend gekleed ging als een daarvan.

28. Als God het gras – dat er maar één dag staat omdat het de volgende dag [als brandstof] in de oven wordt gegooid – zo bekleedt, hoeveel te meer zal Hij jullie dan kleden, kleingelovigen!

29. Vraag je niet af wat je moet eten of drinken en maak je geen zorgen.

30. Want naar al deze dingen zijn de volken van de wereld op zoek. Jullie Vader weet echter dat jullie deze dingen nodig hebben.

31. Maar zoek het Koninkrijk van God, dan zullen al deze dingen je erbij gegeven worden.

32. Wees niet bang, mijn kleine kudde, want jullie Vader heeft besloten jullie het Koninkrijk te geven.

33. Verkoop wat je hebt en geef de opbrengst aan de armen. Maak zo voor jezelf een geldbuidel die niet verslijt, een schat in de hemel die nooit opraakt, waar geen dief erbij kan komen en geen mot hem bederft.

De terugkomst van Jezus

34. Want waar je schat is, daar zal ook je hart zijn."

35. "Zorg ervoor dat jullie altijd klaarstaan en dat de lampen altijd branden.

36. Wees als dienaren die wachten tot hun heer terugkomt van de bruiloft, zodat ze direct voor hem kunnen opendoen wanneer hij aanklopt.

37. Gezegend zijn de dienaren die door hun heer wakend aangetroffen worden bij zijn komst. Ik verzeker jullie dat hij een schort zal omdoen, hen aan tafel zal uitnodigen en hen zelf zal bedienen.

38. Al komt hij rond middernacht of zelfs nog later, als hij zijn dienaren zo aantreft, zullen ze gezegend zijn.

39. Weet dit: als de heer des huizes geweten had hoe laat de dief zou komen, zou hij zijn blijven waken en niet in zijn huis hebben laten inbreken.

40. Daarom moeten ook jullie klaarstaan, want op een moment dat je het niet verwacht, zal de Mensenzoon komen."

41. Petrus vroeg Hem: "Heer, bedoelt U deze gelijkenis alleen voor ons, of voor iedereen?"

42. De Heer zei: "Wie is als de trouwe en verstandige huismeester die door zijn heer over het personeel is aangesteld om er op toe te zien dat ze steeds op tijd hun maaltijden krijgen?

43. Gezegend is de huismeester die daarmee bezig is wanneer zijn heer komt.

44. Ik verzeker jullie dat zijn heer hem het beheer over zijn hele bezit zal toevertrouwen.

45. Maar als die dienaar bij zichzelf zou zeggen: 'Mijn heer komt voorlopig niet' en hij het personeel zou gaan slaan en het er zelf van neemt, en maar eet en drinkt en zich bedrinkt,

46. dan zal zijn heer onverwachts terugkomen, op een dag en een tijdstip dat de dienaar hem niet verwacht. En zijn heer zal hem in tweeën hakken en hem zo laten delen in het lot van de trouwelozen.

47. Een dienaar die wist wat de wil van zijn heer was, maar niet bereid was die te doen en hem niet heeft uitgevoerd, zal een zware straf krijgen.

Verdeeldheid

48. Maar wie zijn wil niet kende en strafbare dingen heeft gedaan, zal een lichte straf krijgen. Van ieder aan wie veel is gegeven, zal veel worden gevraagd. En van ieder aan wie veel is toevertrouwd, zal veel worden geëist."

49. "Ik ben gekomen om vuur op de aarde te werpen, en wat zou Ik graag willen dat het al was aangestoken!

50. Maar Ik moet een doop ondergaan, en wat drukt het zwaar op Mij tot het volbracht is!

51. Denken jullie dat Ik ben gekomen om vrede te brengen op de aarde? Nee, Ik zeg jullie: eerder verdeeldheid.

52. Want vanaf nu zullen vijf mensen in één huis onderling verdeeld zijn: drie tegen twee en twee tegen drie,

Het herkennen van de tijd

53. vader tegen zoon en zoon tegen vader, moeder tegen dochter en dochter tegen moeder, schoonmoeder tegen haar schoondochter en schoondochter tegen haar schoonmoeder."

54. Hij zei ook tegen de menigte: "Wanneer jullie een wolk zien opkomen in het westen, zeggen jullie onmiddellijk: 'Er komt regen.' En dat gebeurt ook.

55. En wanneer jullie zien dat de wind uit het zuiden waait, zeggen jullie: 'Het gaat heet worden.' En dat gebeurt ook.

56. Huichelaars, de aanblik van de aarde en de hemel weten jullie te duiden. Waarom duiden jullie deze tijd dan niet?

57. En waarom beoordelen jullie niet uit jezelf wat rechtvaardig is?

58. Als je een geschil hebt en met je tegenpartij op weg bent naar de rechtbank, doe dan je uiterste best om je nog onderweg met hem te verzoenen, zodat hij je niet voor de rechter sleept en de rechter je overdraagt aan de gerechtsdienaar, die jou in de gevangenis gooit.

59. En Ik zeg jullie dat je daar beslist niet uit zult komen tot je ook de laatste cent hebt betaald."

»