Logo
🔍

Maleachi 1 VB

Gods liefde voor het volk Israël

1. De boodschap van de Heer, het woord betreffende Israël, door de dienst van Maleachi.

2. "Ik heb jullie altijd liefgehad, zegt de Heer. Maar jullie zeggen: 'Waarmee hebt U ons uw liefde dan getoond?' Ezau was toch Jakobs broer? zegt de Heer. Toch hield Ik van Jakob,

3. maar Ezau heb Ik gehaat en Ik heb zijn bergen veranderd in een wildernis en zijn gebied aan de jakhalzen van de woestijn gegeven.

4. Edom zegt: 'We zijn wel verslagen, maar we zullen de puinhopen weer opbouwen.' Maar dit zegt de Heer van de hemellegers: Wat zij opbouwen, breek Ik weer af. Men zal hen 'Goddeloos land' noemen, en 'Volk waarop voor eeuwig de toorn van de Heer rust.'

Israël heeft geen ontzag voor God

5. Jullie zullen het met eigen ogen zien en zeggen: 'De Heer is groot, ook buiten Israëls grenzen!' "

6. "Een zoon heeft ontzag voor zijn vader en een knecht heeft ontzag voor zijn heer. Maar als Ik jullie Vader ben, waar is dan jullie ontzag voor Mij? En als Ik jullie Heer ben, waar is dan jullie eerbied voor Mij? zegt de Heer van de hemellegers tegen jullie, priesters, die mijn naam minachten. En jullie durven te zeggen: 'Waarmee tonen wij dan minachting voor uw naam?'

7. Jullie offeren verwerpelijk voedsel op mijn altaar. En jullie durven Mij te vragen: 'Waarmee verwerpen we U dan?' Hiermee, dat jullie zeggen: 'De tafel van de Heer doet er niet toe.'

8. Want als jullie een blind dier aanbieden als offer, is dat dan geen kwaad? En als jullie een kreupel of ziek dier aanbieden, is dat dan niet erg?#1:8 zie Lev 22:20 Probeer dat je landvoogd eens aan te bieden! Zou hij je dan goedgezind zijn, zou hij je willen ontvangen? zegt de Heer van de hemellegers.

9. En nu Gods gunst afsmeken: 'Laat Hij ons genadig zijn!' Maar als jullie zulke dingen doen, zou Hij jullie dan goedgezind zijn? zegt de Heer van de hemellegers.

10. Sloot iemand van jullie de deuren [van de tempel] maar, zodat jullie niet meer tevergeefs het vuur op het altaar aansteken. Want Ik schep geen vreugde in jullie, zegt de Heer van de hemellegers, en de offers die jullie brengen neem Ik niet aan.

11. Want van waar de zon opgaat tot waar de zon ondergaat zal mijn naam groot zijn onder de volken. Op elke plaats zullen reukwerk en reine offers aan mijn naam geofferd worden, want onder de volken zal mijn naam groot zijn, zegt de Heer van de hemellegers.

12. Maar júllie onteren mijn naam door te zeggen: 'De tafel van de Heer mag onrein gemaakt worden en het voedsel dat daarop komt doet er niet toe.'

13. Jullie zeggen: 'Och, al die moeite!' en trekken je neus ervoor op, zegt de Heer van de hemellegers. Jullie brengen gestolen, kreupele en zieke dieren voor je offers. Zou Ik die van jullie aannemen? zegt de Heer.

14. Vervloekt is de bedrieger die in zijn kudde een mannetjesdier heeft en het aan de Heer belooft, maar vervolgens een slecht dier offert; want Ik ben een machtig Koning, zegt de Heer van de hemellegers, en de volken hebben groot ontzag voor mijn naam."

»