Logo
🔍

Maleachi 2 BB

« God beschuldigt de priesters

1. De Heer zegt: "Daarom waarschuw Ik jullie, priesters!

2. Jullie willen niet naar Mij luisteren. Jullie willen geen ontzag voor Mij hebben. Daarom zal Ik jullie vervloeken, zegt de Heer van de hemelse legers. Ik zal jullie niet langer zegenen. Ik zal jullie vervloeken. Ja, Ik héb jullie al vervloekt. Want jullie willen Mij niet gehoorzamen.

3. Let op, Ik zal jullie graanoogsten doen mislukken. De mest van de geslachte dieren van jullie offerfeesten zal Ik jullie in je gezicht gooien. En jullie zullen samen met die mest worden weggegooid.

4. Dan zullen jullie weten dat Ik jullie van tevoren gewaarschuwd heb. Want Ik wil dat jullie je aan mijn verbond met de stam van Levi houden, zegt de Heer van de hemelse legers.

5. Dat verbond zou leven en vrede geven. De bedoeling was dat de priesters diep ontzag voor Mij zouden hebben.

6. Dat ze mijn wet zouden kennen. Dat ze eerlijk zouden zijn. Dat ze eerlijk en oprecht met Mij zouden leven. Dat ze betrouwbaar les zouden geven in de wet. Dat dankzij hen heel veel slechte mensen bij Mij zouden terugkomen.

7. Dat ze mijn priesters zouden zijn. Dat ze Mij en mijn wet zouden kennen. Dat de mensen naar hen toe zouden komen om mijn wet te leren. Dat ze boodschappers zouden zijn van Mij, de Heer van de hemelse legers.

8. Maar jullie hebben dat niet gedaan. Door wat jullie de mensen over mijn wet geleerd hebben, zijn ze juist bij Mij weggelopen. Jullie hebben mijn verbond met de stam van Levi bedorven, zegt de Heer van de hemelse legers.

Maleachi zegt dat de mensen zich niet aan Gods verbond houden

9. Jullie doen niet wat Ik gezegd heb. Jullie zeggen tegen de mensen wat ze graag willen horen. Daarom zal Ik ervoor zorgen dat het hele volk jullie niet belangrijk meer zal vinden. De mensen zullen geen enkel respect meer voor jullie hebben."

10. Maleachi zegt: We hebben allemaal dezelfde Vader. Eén God heeft ons allemaal gemaakt. Waarom doen we elkaar dan kwaad? Waarom houden we ons niet aan het verbond van onze voorouders?

11. Juda is niet trouw aan de Heer. Er worden verschrikkelijke dingen gedaan in Israël en Jeruzalem. Want Juda heeft de tempel van de Heer, de plaats waarvan Hij houdt, bedorven door ontrouw. Want de mensen trouwen met dochters van mensen die andere goden aanbidden.

12. De Heer zal iedereen die zoiets doet, wie hij ook is, wegjagen uit het land. Ook als hij nog steeds offers aan de Heer brengt.

13. Jullie maken het altaar van de Heer nat met jullie tranen. Jullie huilen en klagen daar dat Hij niet meer naar jullie luistert. Want Hij laat merken dat Hij niet blij is met jullie offers.

14. En jullie vragen: 'Waarom is dat?' Hierom: toen jullie jong waren, was de Heer getuige toen jullie met je vrouw trouwden. Maar jullie hebben je vrouw weggestuurd. Jullie waren dus ontrouw aan haar. Toch hadden jullie een verbond met haar gesloten en haar trouw beloofd!

15. De Heer heeft jullie samen tot één geheel, tot één geest gemaakt. Dat had Hij toch niet hoeven doen? Want Hij had genoeg geest over voor twee. Waarom heeft Hij jullie dan toch tot één gemaakt? Omdat Hij wilde dat jullie kinderen Hem zouden dienen. Pas dus op jezelf en beheers je. Zorg dat je trouw blijft aan de vrouw met wie je getrouwd bent toen je nog jong was.

Uiteindelijk zal God het kwaad uit zijn volk weghalen

16. Want Ik haat het als mensen van elkaar scheiden, zegt de Heer, de God van Israël. Ik haat het als je je vrouw wegstuurt. Want daarmee doe je haar veel kwaad, ook al doe je alsof dat niet zo is. Pas dus op: Ik wil niet dat je ontrouw bent aan je vrouw.

17. Maleachi zegt: Jullie maken de Heer maar moe met jullie woorden. En dan vragen jullie: 'Waarom wordt Hij dan moe van ons?' Hij wordt er moe van dat jullie zeggen: 'God vindt het kennelijk niet erg als mensen slechte dingen doen. Hij vindt het wel goed zo. Anders zou Hij er toch wel iets aan doen?' (lees verder)

»