Maleachi 2 VB

1. "Daarom, priesters, geldt voor jullie dit besluit:

2. Als jullie niet luisteren en jullie niet ter harte willen nemen dat jullie mijn naam eer moeten bewijzen, zegt de Heer van de hemellegers, zal Ik jullie treffen met de vervloeking en jullie zegeningen vervloeken.

4. Dan zullen jullie weten dat Ik dit afkondig, opdat mijn verbond met Levi zal voortbestaan,#2:4 zie Num 3:11-13 | Deut 10:8-9 zegt de Heer van de hemellegers.

5. Mijn verbond met hem betekende leven en vrede, en Ik boezemde hem ontzag in, opdat hij ontzag zou hebben. En hij had eerbied voor Mij en ontzag voor mijn naam.

6. De ware Wet onderwees hij en er kwam geen verkeerd woord over zijn lippen. Hij wandelde met Mij in vrede en oprechtheid en keerde velen af van het kwaad.

7. Want de lippen van de priester moeten de kennis bewaren, uit zijn mond verwacht men de Wet te horen, want hij is de gezant van de Heer van de hemellegers.

8. Maar jullie zijn van deze weg afgeweken en door jullie onderricht zijn velen gestruikeld. Jullie hebben het verbond van Levi verbroken, zegt de Heer van de hemellegers.

9. Daarom zal Ik jullie geminacht en veracht maken in de ogen van het hele volk, omdat jullie niet mijn wegen bewandelen en jullie in je onderricht partijdig zijn."

10. "Hebben we niet allemaal een en dezelfde Vader? Heeft niet een en dezelfde God ons geschapen? Waarom zijn we dan zo trouweloos naar elkaar en schenden we het verbond van onze voorouders?

11. Juda is ontrouw, er is een gruweldaad begaan in Israël en in Jeruzalem: Juda heeft het heiligdom van de Heer ontwijd dat Hij zo liefheeft, want Juda heeft de dochter van een andere god getrouwd.

12. De Heer zal ieder die dit doet, niemand uitgezonderd, verdelgen uit het woongebied van Jakob, ook als hij wel offers brengt aan de Heer van de hemellegers.

13. Ten tweede doen jullie dit: jullie bedekken het altaar van de Heer met tranen, met gejammer en gekerm, omdat Hij geen aandacht schenkt aan jullie offers en ze niet met vreugde van jullie aanneemt.

14. Jullie vragen: 'Waarom?' Omdat de Heer getuige was bij jullie huwelijk met de vrouw van je jeugd, en jullie haar trouweloos behandelden, hoewel ze je levensgezel was, de vrouw van je verbond.

15. Had Hij jullie toen niet één gemaakt, hoewel Hij genoeg geest over had?#2:15 zie Gen 2:24 En welk doel had Hij daarmee? Godvrezend nageslacht. Waak dus over je geest en wees niet trouweloos tegen de vrouw van je jeugd.

16. Want Ik haat het als iemand zijn vrouw verlaat, zegt de Heer, de God van Israël, want het besmeurt iemands kleren met geweld, zegt de Heer van de hemellegers. Waak dus over je geest en wees niet trouweloos tegen je vrouw.

17. Jullie vermoeien de Heer met jullie woorden. Maar jullie vragen: 'Waarmee vermoeien wij U dan?' Hiermee, dat jullie zeggen: 'Wie kwaad doen, zijn goed in de ogen van de Heer. Ze staan bij Hem in de gunst.' Of: 'Waar blijft nu die God van het recht?' "