Logo
🔍

Markus 13 VB

« Jezus' woorden over de toekomst

1. Toen Jezus de tempel verliet, zei een van zijn leerlingen tegen Hem: "Kijk toch eens, Meester, wat een stenen en wat een gebouwen!"

2. Jezus zei tegen hem: "Zie je deze grote gebouwen? Daarvan zal geen steen op de andere blijven staan. Alles zal volkomen verwoest worden."#13:2 vgl Jer 26:18 | Mi 3:12

3. Toen Hij op de Olijfberg was gaan zitten, tegenover de tempel, kwamen Petrus, Jakobus, Johannes en Andreas Hem vragen:

4. "Wanneer zal dat gebeuren? En welk teken kondigt aan dat het zover is?"

5. Jezus antwoordde: "Let goed op dat jullie je door niemand laten misleiden,

6. want velen zullen onder mijn naam komen en beweren: 'Ik ben het' en ze zullen velen misleiden.

7. En wanneer jullie horen over oorlogen en over geruchten van oorlogen, moeten jullie je daar niet door laten verontrusten. Die dingen moeten gebeuren, maar het einde is het nog niet.

8. Want het ene volk zal de strijd aanbinden met het andere volk en het ene koninkrijk met het andere koninkrijk. Er zullen op allerlei plaatsen aardbevingen en hongersnoden voorkomen en er zal allerlei onrust zijn, maar dat alles is pas het begin van de weeën.

9. Maar let goed op jezelf, want de mensen zullen jullie voor de rechter slepen en in de synagogen laten geselen. Omwille van Mij zullen jullie voorgeleid worden aan heersers en koningen, om tot hen te getuigen,

10. want eerst moet aan alle volken het goede nieuws verkondigd worden.

11. Maar wanneer ze jullie gevangennemen en voorleiden, maak je dan van tevoren geen zorgen over wat jullie moeten zeggen en bedenk het niet zelf. Spreek de woorden die je op dat moment ingegeven worden. Jullie zullen het namelijk niet zelf zijn die spreken, maar de Heilige Geest.

12. En een broer zal zijn broer laten doden en een vader zijn kind. Kinderen zullen zich tegen hun ouders keren en hen doden.

13. Jullie zullen door iedereen gehaat worden omwille van mijn naam, maar wie tot het einde toe standhoudt, zal worden gered.

14. Wanneer jullie de gruwel die verwoesting brengt zullen zien staan waar hij niet hoort, de gruwel waarover de profeet Daniël heeft gesproken#13:14 zie Dan 9:27 | Dan 11:31 | Dan 12:11 – lees het aandachtig – laten de bewoners van Judea dan de bergen in vluchten;

15. wie op het dak van zijn huis is, moet niet zijn huis ingaan om er nog iets uit mee te nemen;

16. en wie op de akker is, moet niet naar huis teruggaan om zijn kleren op te halen.

17. Wee de vrouwen die in die tijd zwanger zijn of een kind aan de borst hebben!

18. Bid dat jullie vlucht niet in de winter zal vallen,

19. want het zal een verschrikkelijke tijd zijn, zoals er sinds God de wereld geschapen heeft tot nu toe niet is geweest en ook nooit meer zal komen.

20. Als de Heer die tijd niet ingekort zou hebben, zou geen mens worden gered. Maar omwille van degenen die Hij heeft uitgekozen, heeft Hij die tijd ingekort.

21. En als iemand tegen jullie zegt: 'Kijk, hier is Christus!' of 'Kijk, daar is Hij!' – geloof het dan niet.

22. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan. Zij zullen tekenen en wonderen doen om, als dat mogelijk zou zijn, ook degenen die uitgekozen zijn te misleiden.

23. Kijk dus uit, zie, Ik heb het jullie allemaal van tevoren gezegd.

24. In die tijd, na die verdrukking, zal de zon verduisterd worden, de maan zal geen licht meer geven,

25. de sterren zullen uit de hemel vallen en de machten van de hemelen zullen wankelen.

26. En dan zal men op de wolken de Mensenzoon zien komen met grote macht en heerlijkheid.

27. Dan zal Hij zijn engelen uitsturen om degenen die door Hem uitgekozen zijn te verzamelen uit de vier windstreken, van het uiteinde van de aarde tot het uiteinde van de hemel.

28. Leer van de vijgenboom de volgende les: wanneer de takken uitlopen en in blad schieten, weet je dat het bijna zomer is.

29. Besef dus wanneer jullie deze dingen zien gebeuren, dat het voor de deur staat.

30. Ik verzeker jullie dat dit geslacht niet voorbij zal zijn voordat al deze dingen gebeuren.

31. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen beslist niet voorbijgaan.

32. Maar die dag en dat moment zijn aan niemand bekend, ook niet aan de engelen in de hemel, zelfs niet aan de Zoon, maar alleen aan de Vader.

33. Blijf opletten, blijf waakzaam en blijf bidden, want jullie weten niet wanneer het tijd is.

34. Het is als met een man die naar het buitenland ging en zijn huis verliet, het toezicht op zijn huis overdroeg aan zijn dienaren, ieder zijn taak gaf en de deurwachter opdroeg het huis te bewaken.

35. Blijf dus waakzaam, want jullie weten niet wanneer de Heer des huizes komen zal: laat in de avond of om middernacht, 's morgens vroeg als de haan kraait of later op de ochtend.

36. Wanneer Hij onverwachts komt, moet Hij jullie niet in slaap vinden.

37. Wat Ik tegen jullie zeg, geldt voor allen: blijf waakzaam!"

»