Matteüs 1 NBG51
1. Geslachtsregister van Jezus Christus, de zoon van David, de zoon van Abraham.
2. Abraham verwekte Isaak, Isaak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda en zijn broeders,
3. Juda verwekte Peres en Zerach bij Tamar, Peres verwekte Chesron, Chesron verwekte Aram,
4. Aram verwekte Amminadab, Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salmon,
5. Salmon verwekte Boaz bij Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth, Obed verwekte Isaï,
6. Isaï verwekte David, de koning. David verwekte Salomo bij de vrouw van Uria,
7. Salomo verwekte Rechabeam, Rechabeam verwekte Abia, Abia verwekte Asa,
8. Asa verwekte Josafat, Josafat verwekte Joram, Joram verwekte Uzzia,
9. Uzzia verwekte Jotam, Jotam verwekte Achaz, Achaz verwekte Hizkia,
10. Hizkia verwekte Manasse, Manasse verwekte Amon, Amon verwekte Josia,
11. Josia verwekte Jechonja en diens broeders ten tijde van de Babylonische ballingschap.
12. Na de Babylonische ballingschap verwekte Jechonja Sealtiël, Sealtiël verwekte Zerubbabel,
13. Zerubbabel verwekte Abihud, Abihud verwekte Eljakim, Eljakim verwekte Azor,
14. Azor verwekte Sadok, Sadok verwekte Achim, Achim verwekte Eliud,
15. Eliud verwekte Eleazar, Eleazar verwekte Mattan, Mattan verwekte Jakob,
16. Jakob verwekte Jozef, de man van Maria, uit wie Jezus geboren is, die Christus genoemd wordt.
De geboorte van Jezus17. Al de geslachten dan van Abraham tot David zijn veertien geslachten en van David tot de Babylonische ballingschap veertien geslachten en van de Babylonische ballingschap tot de Christus veertien geslachten.
18. De geboorte van Jezus Christus geschiedde aldus. Terwijl zijn moeder Maria ondertrouwd was met Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger te zijn uit de heilige Geest.
19. Daar nu Jozef, haar man, rechtschapen was en haar niet in opspraak wilde brengen, was hij van zins in stilte van haar te scheiden.
20. Toen die overweging bij hem opkwam, zie, een engel des Heren verscheen hem in de droom en zeide: Jozef, zoon van David, schroom niet Maria, uw vrouw, tot u te nemen, want wat in haar verwekt is, is uit de heilige Geest.
21. Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden.
22. Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zeide:
23. Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuël geven, hetgeen betekent: God met ons.
24. Toen Jozef uit zijn slaap ontwaakt was, deed hij, zoals de engel des Heren hem bevolen had en hij nam zijn vrouw tot zich.
25. En hij had geen gemeenschap met haar, voordat zij een zoon gebaard had. En hij gaf Hem de naam Jezus.