Logo
🔍

Matteüs 16 VB

« De vraag om een teken

1. Er kwamen Farizeeërs en Sadduceeërs naar Jezus toe om Hem uit te dagen, en ze vroegen Hem hun een teken uit de hemel te laten zien.

2. Maar Hij antwoordde: "Wanneer het avond wordt, zeggen jullie: 'Morgen mooi weer, want de hemel kleurt rood.'

3. En 's morgens zeggen jullie: 'Slecht weer vandaag, want de hemel kleurt donkerrood.' Huichelaars, de aanblik van de hemel weten jullie goed te duiden, maar de tekenen van de tijd niet?

4. Een verdorven en ontrouw geslacht vraagt om een teken, maar het zal geen ander teken krijgen dan het teken van de profeet Jona." zal Ik mijn gemeente bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen de gemeente niet kunnen overmeesteren.

19. Ik zal je de sleutels van het Koninkrijk van de hemel geven. Alles wat je op de aarde bindt, zal gebonden zijn in de hemel; en alles wat je op aarde ontbindt, zal ontbonden zijn in de hemel."

Jezus kondigt zijn dood aan

20. En Hij verbood zijn leerlingen ook maar tegen iemand te zeggen dat Hij, Jezus, de Christus was.

21. Vanaf dat moment begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan, dat Hij veel zou moeten lijden door de oudsten, de opperpriesters en de schriftgeleerden, dat Hij gedood moest worden en dat Hij op de derde dag tot leven gewekt zou worden.

22. Daarop nam Petrus Hem apart en begon Hem terecht te wijzen: "Heer, laat God dat voorkomen! Dat mag niet gebeuren!"

Jezus volgen

23. Maar Jezus keerde Zich van hem af en zei tegen Petrus: "Ga weg achter Mij, satan, je wilt Mij ten val brengen! Jij bent niet uit op de dingen van God, maar op die van de mensen."

24. Daarna zei Jezus tegen zijn leerlingen: "Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen.

25. Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het leven vinden.

26. Want wat heeft een mens eraan als hij de hele wereld zou verkrijgen, maar zijn leven verliest? En wat kan een mens geven in ruil voor zijn leven?

27. Want de Mensenzoon zal bekleed met de heerlijkheid van zijn Vader komen, met zijn engelen. Dan zal Hij ieder mens geven wat hem toekomt voor zijn daden.

28. Ik verzeker jullie dat enkelen van jullie die hier staan niet zullen sterven voordat ze de Mensenzoon in zijn koninklijke waardigheid hebben zien komen."

»