Micha 6 VB
1. "Hoor nu wat de Heer zegt: Sta op, verdedig je ten aanhoren van de bergen, laten de heuvels van je woorden getuige zijn.
2. Hoor, bergen, de beschuldiging van de Heer, en ook jullie, fundamenten van de aarde! Want de Heer beschuldigt zijn volk, Hij spant een rechtszaak aan tegen Israël.
3. Mijn volk, wat heb Ik je gedaan? Waarmee heb Ik je lastiggevallen? Antwoord Mij!
4. Ik heb je immers weggeleid uit Egypte, je bevrijd uit de slavernij. Ik gaf je Mozes, Aäron en Mirjam om je te leiden.
5. Mijn volk, denk aan wat koning Balak van Moab van plan was, en aan het antwoord van Bileam, de zoon van Beor;#6:5 zie Num 24:1-9 denk aan [de oversteek] van Sittim naar Gilgal;#6:5 zie Joz 3:1-17 | Joz 4:20 erken het rechtvaardige handelen van de Heer.
6. 'Waarmee zal ik naar de Heer komen, wanneer ik mij kom neerbuigen voor God in de hoogte? Zal ik tot Hem naderen met brandoffers van eenjarige kalveren?
7. Zal de Heer vreugde scheppen in duizenden rammen, tienduizenden beken van olie? Zal ik mijn eerstgeborene geven voor mijn ongehoorzaamheid, de vrucht van mijn lichaam voor de zonden van mijn ziel?'
8. [Nee!] Hij heeft je bekendgemaakt, jij mens, wat goed is. De Heer verlangt niet anders van je dan dat je rechtvaardig bent, barmhartigheid liefhebt en nederig wandelt met je God.
9. De stem van de Heer roept tot de stad: – dan is het wijsheid om uw Naam daarin te herkennen – 'Schenk aandacht aan de stok en aan Wie hem ontboden heeft!'
10. Immers, zijn er in de huizen van de goddelozen niet onrechtvaardig verkregen schatten en een te kleine efa? – vervloekte zaken!
11. Zou Ik [iemand] onschuldig verklaren bij een goddeloze weegschaal en een buidel valse gewichten?
12. Omdat de rijken van de stad vol geweld zijn, de inwoners leugens spreken en hun tong vol bedrog is,
13. zal Ik beginnen je te straffen, je te verwonden, je te verwoesten vanwege je zonden.
14. Je zult wel eten, maar niet verzadigd worden, want je maag zal leeg voelen. Je zult wel voorraden opslaan, maar niets behouden, want wat je bewaard hebt, zal Ik uitleveren aan het zwaard.
15. Je zult wel zaaien, maar niet oogsten. Je zult wel olijven persen, maar je niet met de olie zalven. Je zult wel druiven persen, maar niet van de wijn drinken.
16. Want men houdt zich aan de gebruiken van Omri en volgt de praktijken van het huis van Achab.#6:16 zie 1 Kon 16:25-26 | 1 Kon 16:30-33 Je doet precies dezelfde dingen als zij. Daarom laat Ik je verwoesten en maak Ik je inwoners tot een mikpunt van spot. Zo zul je de schande van mijn volk dragen."