Logo
🔍

Nehemia 5 VB

« Uitbuiting van de armen

1. Maar er waren ernstige klachten van het volk en hun vrouwen tegen hun Joodse volksgenoten.

2. Sommigen zeiden: "We hebben veel zonen en dochters. We hebben graan nodig, zodat we te eten hebben en in leven kunnen blijven."

3. Anderen zeiden: "We moeten onze akkers, wijngaarden en huizen in onderpand geven, omdat we honger hebben en graan nodig hebben."

4. Weer anderen zeiden: "We hebben geld geleend om de koning de belasting te kunnen betalen en daartoe hebben we onze akkers en wijngaarden in onderpand gegeven.

5. We zijn toch van hetzelfde vlees en bloed als onze volksgenoten, en onze kinderen zijn toch niet minder dan die van hen? Toch zijn wij gedwongen onze zonen en dochters als slaven af te staan. Sommige van onze dochters zijn al als slavinnen meegenomen en we kunnen er niets tegen doen. En anderen bezitten onze akkers en wijngaarden."

6. Ik werd woedend toen ik al deze klachten hoorde.

7. Ik overwoog alles goed en ging vervolgens naar de vooraanstaande mannen en de bestuurders om hen ter verantwoording te roepen en zei hun: "Jullie persen je volksgenoten af!"#5:7 zie Ex 22:25 | Lev 25:35-37 | Deut 23:19-20 Ik belegde een grote vergadering tegen hen en zei tegen hen:

8. "Wij hebben voor zover wij mogelijkheid hadden onze Joodse volksgenoten teruggekocht die aan andere volken verkocht waren. Maar jullie verkopen je eigen volksgenoten en zij verkopen zich aan ons!" Ze zwegen en wisten niets te antwoorden.

9. Ik ging verder: "Het is niet goed wat jullie doen. Als jullie een einde willen maken aan de spot van de andere volken, onze vijanden, zullen jullie in ontzag voor onze God moeten wandelen.

10. Vorderen ikzelf, mijn broers en mijn mannen soms geld en graan van de mensen? Laten we met deze afpersing stoppen.

11. Geef alsjeblieft vandaag nog iedereen zijn akkers, wijngaarden, olijfgaarden en huizen terug en scheld hun de rente kwijt die jullie hun hebben opgelegd voor het lenen van geld, graan, wijn en olie."

12. Ze antwoordden: "We zullen het teruggeven en niets meer van hen vorderen. We zullen doen wat u zegt." Ik ontbood de priesters en liet de vooraanstaande mannen en de bestuurders in bijzijn van deze priesters zweren dat ze woord zouden houden.

Nehemia's onbaatzuchtige inzet

13. Ik schudde de plooien van mijn kleren uit en zei: "Zo zal God ieder die zijn woord niet houdt uit zijn huis en zijn bezittingen schudden en hem uitgeschud en berooid achterlaten." En de hele vergadering antwoordde: "Amen!" Ze prezen de Heer en iedereen hield woord.

14. Vanaf de dag dat koning Artasasta mij tot landvoogd van Juda had benoemd, vanaf zijn 20ste tot aan zijn 32ste regeringsjaar, 12 jaar lang, hebben ik en mijn broers nooit gebruik gemaakt van mijn recht als landvoogd door het volk van voedsel te worden voorzien.

15. De landvoogden die er vóór mij waren geweest, hadden het volk zware lasten opgelegd: ze vorderden van hen brood en wijn en bovendien 40 sikkels zilver. Ook hun dienaren gedroegen zich als heer en meester over het volk. Maar uit ontzag voor God heb ik dat niet gedaan.

16. Ook werkte ik zelf mee aan het herstelwerk van de muur en we hebben geen land voor onszelf gekocht. En al mijn mannen waren ook op het werk.

17. Van de Joden en de bestuurders aten er dagelijks 150 man bij mij aan tafel; ook nog degenen die uit de omwonende volken naar ons toe gekomen waren.

18. Elke dag werden, op mijn kosten, één os en zes van de beste schapen bereid, bovendien gevogelte, en om de tien dagen zorgde ik voor diverse wijnen in grote hoeveelheden. Toch maakte ik geen gebruik van mijn recht als landvoogd door het volk van dit voedsel te worden voorzien, want de lasten die het volk werden opgelegd waren al zwaar genoeg.

19. – Mijn God, wees mij toch goedgezind vanwege alles wat ik voor dit volk heb gedaan.

»