Logo
🔍

Numeri 12 VB

« Mirjam wordt melaats

1. Mirjam en Aäron bekritiseerden Mozes, omdat hij met een vrouw uit Kush was getrouwd. Hij had namelijk een vrouw uit Kush tot vrouw genomen.

2. En ze zeiden: "Heeft de Heer soms alleen door Mozes gesproken? Heeft Hij niet ook door ons gesproken?" En de Heer hoorde het.

3. Maar Mozes was een bijzonder zachtmoedig man, niemand op aarde was zo zachtmoedig als hij.

4. En de Heer zei onmiddellijk tegen Mozes, Aäron en Mirjam: "Kom alle drie naar de tent van ontmoeting!" Dat deden ze.

5. Toen daalde de Heer neer in de wolkkolom en ging bij de ingang van de tent staan. Hij riep Aäron en Mirjam bij Zich en ze kwamen naar voren.

6. De Heer zei: "Luister naar mijn woorden. Als iemand een profeet is, maak Ik, de Heer, Mij in een visioen aan hem bekend en spreek Ik tot hem door een droom.

7. Maar dat doe Ik niet bij mijn dienaar Mozes, die Mij heel trouw dient in mijn hele huis.

8. Met hem spreek Ik van mond tot mond, rechtstreeks en duidelijk, niet in raadsels, en hij ziet de gedaante van de Heer. Hoe durven jullie kritiek te hebben op mijn dienaar Mozes?"

9. Zo ontbrandde de toorn van de Heer tegen hen, en Hij vertrok.

10. Toen de wolk boven de tent was weggegaan, bleek Mirjam melaats te zijn: ze zag zo wit als sneeuw. Toen Aäron naar Mirjam keek, zag hij dat ze melaats was.

11. Daarom zei Aäron tegen Mozes: "Och mijn heer Mozes, reken ons alstublieft de zonde niet toe die we in onze dwaasheid begaan hebben!

12. Laat Mirjam toch niet zijn als een doodgeboren kind waarvan het vlees al half vergaan is wanneer het uit de moederschoot komt!"

13. Toen riep Mozes tot de Heer: "O God, genees haar alstublieft!"

14. De Heer antwoordde hem: "Als haar vader haar voor straf in het gezicht had gespuugd, zou haar schande dan niet zeven dagen duren? Daarom moet zij zeven dagen buiten het kamp blijven, daarna mag ze terugkomen."

15. Zo werd Mirjam zeven dagen buiten het kamp gehouden. En het volk trok niet verder tot Mirjam weer terug was.

16. Toen vertrokken ze van Hazerot en sloegen hun kamp op in de Paranwoestijn.

»