Logo
🔍

Numeri 4 VB

« De taak voor de afstammelingen van Kehat

1. De Heer zei tegen Mozes en Aäron:

2. "Tel onder de Levieten het aantal afstammelingen van Kehat, naar hun geslachten en families,

3. alle mannen tussen de 30 en de 50 jaar, die opgeroepen kunnen worden om dienst te doen bij de tent van ontmoeting.

4. Dit zal hun taak zijn bij de tent van ontmoeting: de zorg voor het allerheiligste.

5. Wanneer het kamp wordt opgebroken, moeten Aäron en zijn zonen komen, het afschermende voorhangsel afnemen en daarmee de ark met de verbondsplaten bedekken.

6. Daar overheen leggen ze een dekkleed van dun leer en daar overheen spreiden ze een geheel blauw kleed uit. Vervolgens brengen ze de draagstokken aan.

7. Ook over de tafel voor de toonbroden spreiden ze een blauw kleed uit. Daarop plaatsen ze de schotels, wierookschalen, kommen en kannen en de altijd aanwezige broden.

8. Daar overheen spreiden ze een scharlakenrood kleed uit en bedekken dat met een dekkleed van dun leer. Vervolgens brengen ze de draagstokken aan.

9. Hierna bedekken ze met een blauw kleed de kandelaar voor de verlichting, de bijbehorende olielampen, snuiters en lampendovers en alle olievaatjes die ervoor gebruikt worden.

10. Daar leggen ze een kleed van dun leer overheen, waarna ze alles op een draagbaar leggen.

11. Over het gouden altaar spreiden ze een blauw kleed uit en bedekken dat met een dekkleed van dun leer. Vervolgens brengen ze de draagstokken aan.

12. Daarna leggen ze alle andere voorwerpen die in het heiligdom gebruikt worden op een blauw kleed, bedekken ze met een dekkleed van dun leer en leggen ze op een draagbaar.

13. Ze verwijderen de as van het [brandoffer]altaar en spreiden een purperen kleed over het altaar uit.

14. Daarop leggen ze alle voorwerpen die bij het altaar gebruikt worden: de vuurpannen, vorken, scheppen en schalen, alle voorwerpen van het altaar. Daar overheen spreiden ze een dekkleed van dun leer uit. Vervolgens brengen ze de draagstokken aan.

15. Wanneer Aäron en zijn zonen bij het opbreken van het kamp klaar zijn met het inpakken van het heiligdom en van alle heilige voorwerpen, komen de Kehatieten om alles te dragen. Maar ze mogen de heilige voorwerpen niet aanraken, anders zullen ze sterven. Dit is de taak van de Kehatieten in de tent van ontmoeting.

16. Eleazar, de zoon van de priester Aäron, zal toezien op de olie voor de verlichting, het reukwerk van geurige specerijen, het altijd aanwezige meeloffer en de zalfolie. Hij heeft het toezicht op de hele tabernakel met alles wat zich daarin bevindt, het hele heiligdom met alle toebehoren."

17. En de Heer zei tegen Mozes en Aäron:

18. "Zorg ervoor dat van de Levieten het geslacht van de Kehatieten niet wordt weggevaagd.

19. Om ervoor te zorgen dat ze in leven blijven en niet sterven wanneer ze naar het allerheiligste gaan, moeten jullie erop toezien dat Aäron en zijn zonen eerst naar binnen gaan en iedereen precies zijn taak wijzen.

De taak voor de afstammelingen van Gerson

20. Maar de Kehatieten mogen niet naar binnen gaan om toe te kijken wanneer de heilige voorwerpen worden ingepakt, want dan zouden ze sterven."

21. En de Heer zei tegen Mozes:

22. "Tel ook het aantal afstammelingen van Gerson, naar hun geslachten en families,

23. alle mannen tussen de 30 en de 50 jaar, die opgeroepen kunnen worden om dienst te doen bij de tent van ontmoeting.

24. Dit zal hun taak zijn bij het vervoer:

25. ze dragen alle kleden van de tabernakel en de tent van ontmoeting, namelijk het dekkleed, het dekkleed van dun leer dat daar overheen ligt, het gordijn voor de ingang van de tent van ontmoeting,

26. de doeken van de voorhof en het gordijn voor de ingang van de voorhof die rondom de tabernakel en het altaar is, met de bijbehorende touwen en alle andere voorwerpen die daarbij horen en gebruikt worden voor de dienst. Alles wat hiervoor gebeuren moet, is hun taak.

27. De Gersonieten moeten bij het vervoer hun taak uitvoeren zoals het hun door Aäron en zijn zonen wordt opdragen. Jullie moeten hun nauwkeurig wijzen wat hun taak is.

De taak voor de afstammelingen van Merari

28. Dit is de taak van de Gersonieten in de tent van ontmoeting. Ze zullen werken onder leiding van Itamar, de zoon van de priester Aäron.

29. Tel de afstammelingen van Merari, naar hun geslachten en families,

30. alle mannen tussen de 30 en de 50 jaar, die opgeroepen kunnen worden om dienst te doen bij de tent van ontmoeting.

31. Dit zal bij de tent van ontmoeting hun taak zijn bij het vervoer: ze dragen de planken van de tabernakel, de bijbehorende dwarsbalken, palen en voetstukken,

32. de palen van de omheining en hun voetstukken, de grondpennen en de touwen en alle toebehoren. Alles wat hiervoor gebeuren moet, is hun taak. Geef nauwkeurig aan voor welke voorwerpen zij bij het vervoer verantwoordelijk zijn.

De Levieten worden geteld

33. Dit is de taak van de Merarieten, dit is hun taak in de tent van ontmoeting, onder leiding van Itamar, de zoon van de priester Aäron."

34. Toen telden Mozes en Aäron met de leiders van de gemeenschap de Kehatieten, naar hun geslachten en families,

35. alle mannen tussen de 30 en de 50 jaar, die opgeroepen kunnen worden om dienst te doen bij de tent van ontmoeting.

36. Hun aantal, ingeschreven naar hun geslachten, bedroeg 2.750 man.

37. Dat waren degenen van de geslachten van de Kehatieten die bij de tent van ontmoeting dienst moesten doen en door Mozes en Aäron werden ingeschreven, zoals de Heer het Mozes had bevolen.

38. Ook de Gersonieten werden geteld, naar hun geslachten en families,

39. alle mannen tussen de 30 en de 50 jaar, die opgeroepen konden worden om dienst te doen bij de tent van ontmoeting.

40. Hun aantal, ingeschreven naar hun geslachten, bedroeg 2.630 man.

41. Dat waren degenen van de geslachten van de Gersonieten die bij de tent van ontmoeting dienst moesten doen en door Mozes en Aäron werden ingeschreven, zoals de Heer had bevolen.

42. De Merarieten werden geteld, naar hun geslachten en families,

43. alle mannen tussen de 30 en de 50 jaar, die opgeroepen konden worden om dienst te doen bij de tent van ontmoeting.

44. Hun aantal getelden, ingeschreven naar hun geslachten, bedroeg 3.200 man.

45. Dat waren degenen van de geslachten van de Merarieten die door Mozes en Aäron werden ingeschreven, zoals de Heer Mozes had bevolen.

46. Het totale aantal getelden onder de Levieten dat door Mozes en Aäron met de leiders van Israël werd ingeschreven, naar hun geslachten en families,

47. alle mannen tussen de 30 en de 50 jaar, die opgeroepen konden worden om dienst te doen bij de tent van ontmoeting en te helpen bij het vervoer,

48. bedroeg 8.580 man.

49. Ze werden onder leiding van Mozes geteld en ingeschreven overeenkomstig hun werk en hun taken bij het vervoer. Dit waren degenen die werden ingeschreven, zoals de Heer Mozes had bevolen.

»