Logo
🔍

Filippenzen 2 EBV24

« De nederigheid van Jezus Christus

1. Als jullie dan troost in Christus hebben, liefdevolle woorden voor het hart, of gemeenschap van de Geest, of medeleven en barmhartigheid,

2. maak dan mijn blijdschap volkomen door eensgezind te zijn, één in liefde, één van ziel en één van gedachte.

3. Doe niets uit wedijver of uit inhoudsloze eerzucht, maar laat ieder in nederigheid van geest de ander beter achten dan zichzelf.

4. Laat niemand zich alleen zorgen maken over zichzelf, maar laat ieder ook zorg hebben voor zijn naaste.

5. Laat die gezindheid in jullie zijn, die ook in Jezus Christus was,

6. die, terwijl Hij in de gestalte van GOD was, dit niet als roof beschouwde, dat Hij de gelijke van GOD was,

7. maar Zichzelf ontledigd heeft en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen. Hij werd gelijkvormig aan de mensen en Hij verscheen in de gedaante van een mens.

8. Hij heeft Zich vernederd en was gehoorzaam tot de dood, ja, zelfs tot de dood aan het kruis.

9. Daarom heeft GOD Hem ook op grootse wijze verhoogd en Hem de Naam boven alle naam gegeven,

10. opdat in de Naam van Jezus elke knie die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde is, zich zal buigen

Lichten in de wereld

11. en elke tong zal belijden dat Jezus Christus de HEERE is tot heerlijkheid van GOD, zijn Vader.

12. Daarom, mijn geliefden, zoals jullie altijd gehoorzaam geweest zijn, niet alleen toen ik bij jullie was, maar ook nu ik ver van jullie verwijderd ben, vervul de dienst van jullie Leven met vrees en beven,

13. want GOD bewerkt in jullie zowel het verlangen als het doen van dat wat jullie verlangen te doen.

14. Doe alles zonder gemopper en zonder onenigheid,

15. opdat jullie volmaakt en onberispelijk zijn, als reine kinderen van GOD die wonen onder een verkeerd en ontaard geslacht, en opdat jullie onder hen gezien worden als lichten in de wereld,

16. zodat jullie ten behoeve van hen op de plaats van het Leven zullen zijn, mij ten roem op de dag van Christus, opdat ik niet tevergeefs gelopen of tevergeefs gearbeid heb.

17. Maar zelfs als ik als een plengoffer uitgegoten word over het offer en de bediening van jullie geloof, dan verheug en verblijd ik mij met jullie allen.

Timoteüs en Epafroditus

18. Jullie dan, verblijd en verheug je ook met mij.

19. Maar ik hoop, in onze Here Jezus, Timoteüs spoedig naar jullie toe te zenden, zodat ik ook verkwikt mag worden als ik van jullie hoor.

20. Want ik heb niemand anders hier die, net als ik, oprecht bezorgd over jullie is.

21. Want allen zoeken zij hun eigen belang, niet dat van Jezus Christus.

22. Maar jullie kennen zijn betrouwbaarheid, dat hij, als een zoon met zijn vader, met mij gewerkt heeft in de verkondiging van het Goede Nieuws.

23. Ik hoop hem spoedig naar jullie toe te sturen, zodra ik beter kan overzien wat er met mij gebeuren zal.

24. Maar ik vertrouw op mijn Heer dat ik ook spoedig bij jullie komen zal.

25. Maar nu ben ik door omstandigheden genoodzaakt om broeder Epafroditus naar jullie toe te sturen, die bij mij is als helper en medewerker, maar hij is jullie apostel en dienaar ten aanzien van wat ik nodig heb.

26. Want hij verlangde er erg naar om jullie allen te zien en hij was erg bezorgd, omdat jullie gehoord hadden dat hij ziek was.

27. Want hij was ook doodziek, maar GOD heeft zich over hem ontfermd, en niet alleen over hem, maar ook over mij, opdat ik niet droefheid op droefheid zou hebben.

28. Ik zend hem daarom met spoed naar jullie toe, opdat jullie, wanneer jullie hem weer zien, verheugd zullen zijn en ik wat minder bezorgd zal zijn.

29. Ontvang hem daarom in de HEERE met alle blijdschap en houd zulke mannen in ere,

30. want om het werk van Christus was hij de dood nabij en hij heeft zijn leven gewaagd om aan te vullen wat aan jullie dienstbetoon tegenover mij ontbrak.

»