Filippenzen 3 EBV24
1. Daarom, mijn broeders, verblijd je in onze Heer. Het is voor mij niet lastig om deze dingen aan jullie te schrijven, omdat ze dienen tot jullie bescherming.
2. Pas op voor de honden, pas op voor slechte arbeiders, pas op voor hen die het vlees versnijden.
3. Want wij zijn de besnijdenis, wij, die GOD in de Geest dienen en in Jezus Christus roemen, en niet op de besnijdenis in het vlees vertrouwen.
4. Ik zou ook wel op het vlees kunnen vertrouwen, want als iemand meent op het vlees te kunnen vertrouwen, ik nog meer:
5. besneden op de achtste dag, uit het geslacht van Israël, uit de stam van Benjamin, een Hebreeër uit de Hebreeën, naar de Wet een Farizeeër,
6. wat ijver betreft was ik een vervolger van de gemeente van Christus, wat betreft de rechtvaardigheid van de Wet was ik onberispelijk.
7. Maar deze dingen die ik als voorrechten zag, ben ik om Christus’ wil als schade gaan beschouwen.
8. Ik beschouw die dingen als schadelijk vanwege de grootheid van de kennis van mijn Heer, Jezus Christus, voor Wie ik dat alles verloren heb en ik beschouw dat alles als vuile drek, opdat ik Christus mag winnen
9. en in Hem zonder eigen gerechtigheid uit de Wet bevonden zal worden, maar met de gerechtigheid door het geloof van Christus, dat is de gerechtigheid uit GOD door het geloof,
10. om daardoor Jezus te kennen en de kracht van zijn opstanding en opdat ik mag delen in zijn lijden en gelijkvormig mag worden aan zijn dood,
11. zodat ik, hoe dan ook, mag komen tot de opstanding uit het verblijf van de doden.
12. Niet dat ik dit al gekregen heb of al volmaakt ben, maar ik jaag ernaar, opdat ik dat grijpen mag, waarvoor Jezus Christus mij gegrepen heeft.
13. Mijn broeders, ik meen niet dat ik het al gegrepen heb, maar één ding weet ik: ik heb vergeten wat achter mij ligt en ik strek mij uit naar wat voor mij ligt.
14. Ik ren naar het doel om de overwinningskrans van de hoge roeping van GOD in Jezus Christus te ontvangen.
15. Laten zij die volmaakt zijn daarom op deze dingen gericht zijn. En als jullie op iets anders gericht zijn, zal GOD dat ook aan jullie openbaren.
16. Maar laten wij, opdat wij dit bereiken, die ene weg eensgezind aanhouden.
17. Volg mijn voorbeeld na, mijn broeders, en let op degenen die leven overeenkomstig het voorbeeld dat jullie van ons hebben gezien.
18. Want er zijn velen die anders leven, van wie ik jullie al vele keren gezegd heb - en nu zeg ik het ook onder tranen - dat zij vijanden zijn van het kruis van Christus.
19. Hun einde is de ondergang, hun god is hun buik en hun heerlijkheid is in hun schande, hun gerichtheid is op het aardse.
20. Onze werkzaamheid is echter in de hemelen en daaruit verwachten wij ook onze Levengever, namelijk onze Here Jezus Christus.
21. die ons vernederde lichaam zal veranderen, zodat het gelijkvormig zal worden aan zijn verheerlijkt Lichaam, overeenkomstig zijn grote kracht, waardoor alles aan Hem onderworpen zal worden.