Logo
🔍

Spreuken 21 EBV24

«

1. Het hart van de koning is in de hand van de HEERE als waterbeken. Hij leidt het overal heen waar het Hem behaagt.

2. Alle wegen van een mens zijn recht in zijn ogen, maar de HEERE toetst de harten.

3. Gerechtigheid en recht doen, is de HEERE liever dan een offer.

4. Hoogmoedige ogen en een trots hart, het zwoegen van boosdoeners is zonde.

5. De plannen van de vlijtige brengen louter overvloed, maar wie haastig is, komt alleen maar tekort.

6. Schatten bijeenbrengen met een bedrieglijke tong, dat is de vluchtige ademtocht van wie de dood zoeken.

7. De gewelddadigheid van boosdoeners sleept hen mee, want zij weigeren recht te doen.

8. De weg van een schuldig mens kronkelt, maar wie onschuldig is, handelt oprecht.

9. Het is beter te wonen op de hoek van een dak, dan met een ruziënde vrouw in een gemeenschappelijke woning.

10. De ziel van de boosdoener verlangt naar kwaad, zijn naaste vindt geen genade in zijn ogen.

11. Als men een spotter straft, wordt de onverstandige wijs, als men een wijze onderwijst, doet hij kennis op.

12. De rechtvaardige doorzoekt nauwgezet het huis van de boosdoener, hij stort boosdoeners in het ongeluk.

13. Wie zijn oor dichtstopt voor het geroep van de arme, zal zelf ook roepen en geen antwoord krijgen.

14. Een gift in het verborgene doet de toorn bedaren, een in de schoot geworpen geschenk hevige woede.

15. Het is een vreugde voor de rechtvaardige om recht te doen, maar voor wie onrecht doen is het een ramp.

16. Een mens die afdwaalt van de weg van het verstand, zal rust vinden in de vergadering van de schimmen van de doden.

17. Wie van plezier houdt, zal gebrek lijden, wie wijn en olie liefheeft, zal niet rijk worden.

18. De boosdoener is het zoengeld voor de rechtvaardigen, de verrader komt in de plaats de oprechten.

19. Het is beter te wonen in een woest land, dan bij een ruziënde en prikkelbare vrouw.

20. In de woning van de wijze is een begerenswaardige schat en olie, maar een dwaas mens verslindt die.

21. Wie rechtvaardigheid en liefdevolle trouw najaagt, vindt leven, rechtvaardigheid en eer.

22. De wijze beklimt de stad van heldhaftigen, en werpt de sterkte waarop zij vertrouwen neer.

23. Wie zijn mond en zijn tong bewaart, beschermt zijn ziel voor benauwdheden.

24. Een snoever, een hoogmoedige, noemt men ‘Spotter!’, hij doet niets anders dan mateloos snoeven.

25. De begeerte van de luiaard doodt hem, want zijn handen weigeren te werken.

26. Heel de dag verlangt hij naar wat begeerlijk is, maar een rechtvaardige geeft en houdt niets achter.

27. Het offer van boosdoeners is een gruwel, zeker als zij het met een schandelijke bedoeling brengen.

28. Een getuige die liegt, zal omkomen, maar een man die luistert, zal steeds de waarheid spreken.

29. Een slecht man trekt een stalen gezicht, maar de oprechte versterkt zijn wegen.

30. Er is geen wijsheid en er is geen inzicht, er is geen raad tegenover de HEERE.

31. Het paard wordt klaargemaakt voor de dag van de strijd, maar de overwinning is van de HEERE.

»