Logo
🔍

Spreuken 3 VB

«

1. Mijn zoon, vergeet niet wat ik je leer, laat je hart mijn onderricht bewaren.

2. Dat zal je levensdagen vermeerderen, het zal je jaren van leven en vrede schenken.

3. Zorg dat liefde en trouw je niet verlaten. Bind ze om je hals, schrijf ze in je hart.

4. Dan vind je gunst en goedkeuring in de ogen van God en van de mensen.

5. Vertrouw op de Heer met je hele hart, steun niet op je eigen inzicht.

6. Leg al je wegen aan Hem voor, dan zal Hij je paden banen.

7. Vertrouw niet op je eigen wijsheid, heb ontzag voor de Heer en mijd het kwaad.

8. Dat zal je lichaam genezing brengen en het zal je gebeente versterken.

9. Eer de Heer met al je bezit en met de eerstelingen van alles wat je oogst.

10. Dan zullen je schuren overvloedig gevuld zijn, je wijnpersen zullen overstromen van druivensap.

11. Mijn zoon, denk niet te licht over een terechtwijzing van de Heer, en heb geen afkeer van zijn bestraffing,

Niets is méér waard dan wijsheid

12. want de Heer wijst terecht wie Hij liefheeft, zoals een vader dat doet met zijn geliefde zoon.

13. Gezegend is hij die wijsheid vindt, de mens die inzicht verkrijgt,

14. want wat dat opbrengt is meer waard dan zilver, de oogst ervan is meer waard dan goud.

15. Wijsheid is kostbaarder dan robijnen, alles wat je je kunt wensen valt erbij in het niet.

16. In haar rechterhand is een lang leven, in haar linkerhand zijn rijkdom en eer.

17. Haar wegen zijn lieflijke wegen, op al haar paden heerst vrede.

18. Ze is een levensboom voor wie haar omhelzen, wie haar vasthoudt, wordt gezegend.

19. De Heer heeft de aarde door wijsheid gegrondvest, door verstand heeft Hij de hemelen bereid.

20. Door zijn inzicht braken de waterdiepten open en druppelt de dauw uit de wolken neer.

21. Mijn zoon, houd je blik altijd op de wijsheid gevestigd, bewaar overleg en bedachtzaamheid.

22. Zij zullen leven voor je ziel zijn, en een sieraad voor je hals.

23. Dan zul je je levensweg veilig gaan, zonder je voet ergens aan te stoten.

24. Wanneer je gaat slapen, hoef je niets te vrezen, je kunt rustig in bed liggen en je slaap zal vredig zijn.

25. Wees niet bang voor plotseling onheil, voor de rampspoed die van goddelozen komt.

26. Je hoop is immers op de Heer gevestigd, Hij behoedt je voet voor de strik.

27. Onthoud niemand wat je hem schuldig bent, wanneer het binnen je vermogen ligt het hem te geven.

28. Zeg niet tegen de ander: "Kom morgen maar terug," als je het hem nu al kunt betalen.

29. Beraam geen kwaad tegen je naaste, aangezien hij vol vertrouwen bij je woont.

30. Maak geen ruzie zonder reden met iemand die jou niets heeft gedaan.

31. Wees niet afgunstig op een gewelddadig mens, kies niet de wegen die hij gaat,

32. want de Heer verafschuwt wie Hem de rug toekeren, maar met wie eerlijk zijn, gaat Hij vertrouwelijk om.

33. De vervloeking van de Heer rust op het huis van de goddeloze, maar de woning van de rechtvaardige zegent Hij.

34. Het staat vast: spotters bespot Hij, maar wie nederig zijn, geeft Hij genade.

35. De wijzen zullen eer verkrijgen, maar de dwazen hebben alleen schande te dragen.

»