Psalmen 101 BB
1. Een lied van David. Ik wil zingen van uw liefde en uw rechtvaardigheid. Ik wil liederen over U zingen, Heer.
2. Ik wil graag leven zoals U het wil. Wanneer zult U naar mij toe komen? Ik leef vanuit een goed geweten.
3. Ik doe geen slechte dingen. Ik haat het kwaad, ik kom er zelfs niet bij in de buurt.
4. Ik wil niet oneerlijk zijn. Ik ga niet om met slechte mensen.
5. Ik wil niets te maken hebben met iemand die over anderen roddelt. Mensen die op anderen neerkijken, wil ik niet in mijn buurt hebben.
6. Ik ben liever bij de mensen die van U houden. Alleen zij mogen mij dienen in mijn paleis.
7. In mijn huis mogen geen bedriegers komen. Leugenaars wil ik niet in mijn buurt hebben.
8. Elke ochtend spreek ik recht over de mensen die zich in mijn land niets van U aantrekken. Ik zal hen veroordelen, zodat er in de stad van de Heer geen slechte mensen zullen zijn.