Logo
🔍

Psalmen 107 EBV24

« HET VIJFDE BOEK: PSALM 107-150

1. Dank de HEERE, want Hij is goed, want zijn liefdevolle trouw is tot in eeuwigheid.

2. Laten de vrijgekochten van de HEERE dit zeggen, die Hij uit de hand van de onderdrukkers heeft vrijgekocht,

3. die Hij uit de landen heeft bijeengebracht, uit het oosten, het westen, het noorden en van de zee.

4. Er waren er die dwaalden in de woestijn, door de wildernis liep hun weg, een stad om te wonen vonden zij niet.

5. Zij waren hongerig en dorstig, hun ziel bezweek in hen.

6. Toen riepen zij tot de HEERE in hun benauwdheid, en Hij bevrijdde hen uit hun angsten.

7. Hij leidde hen op een rechte weg, om naar een stad te gaan om te wonen.

8. Laten zij de HEERE danken voor zijn liefdevolle trouw, voor zijn wonderen voor de mensenkinderen.

9. Want Hij heeft de dorstige ziel verzadigd, de hongerige ziel met het goede vervuld.

10. Er waren er die in duisternis en in de schaduw van de dood zaten, met banden van verdrukking en ijzer,

11. omdat zij in opstand waren gekomen tegen de woorden van God, de raad van de Allerhoogste hadden veracht.

12. Hij maakte hun hart nederig door de ellende, zij struikelden en er was geen helper.

13. Toen riepen zij tot de HEERE in hun benauwdheid, Hij redde hen uit hun angsten.

14. Hij voerde hen uit de duisternis en de schaduw van de dood, en verbrak hun banden.

15. Laten zij de HEERE danken voor zijn liefdevolle trouw, voor zijn wonderen onder de mensenkinderen.

16. Want koperen deuren heeft Hij verbroken, ijzeren grendels verbrijzelde Hij.

17. Er waren dwazen die om hun weg vol overtredingen en om hun ongerechtigheden gekweld werden.

18. Hun ziel gruwde van elke spijs, zij naderden tot aan de poorten van de dood.

19. Toen riepen zij tot de HEERE in hun benauwdheid, en Hij redde hen uit hun angsten.

20. Hij zond zijn woord uit, en genas hen en deed hen aan de ondergang ontkomen.

21. Laten zij de HEERE danken voor zijn liefdevolle trouw, voor zijn wonderen onder de mensenkinderen.

22. Laten zij dankoffers brengen, met gejuich zijn daden verkondigen.

23. Er waren er die met schepen over zee wegvoeren, die werkten op de grote wateren.

24. Zij zagen wat de HEERE had gemaakt, zijn wonderen in de diepte van de zee.

25. Hij sprak en er stak een stormwind op, die zijn golven deed oprijzen.

26. Zij rezen op naar de hemel, en daalden weer neer in de bruisende wateren. Hun ziel smolt weg van angst.

27. Ze zwalkten en waggelden als een dronken man, al hun wijsheid was verslonden.

28. Toen riepen zij tot de HEERE in hun benauwdheid, en Hij leidde hen uit hun angsten.

29. Hij deed de storm bedaren, zodat de golven tot rust kwamen.

30. Zij verheugden zich, omdat die tot rust gekomen waren, en Hij hen naar de langverwachte haven had geleid.

31. Laten zij de HEERE danken voor zijn liefdevolle trouw, voor zijn wonderen onder de mensenkinderen,

32. laten zij Hem verhogen in de vergadering van het volk, Hem prijzen in de raadszitting van de oudsten.

33. Hij maakt rivieren tot een woestijn, waterbronnen tot een dorstig land,

34. vruchtbaar land tot zoute grond, vanwege de slechtheid van hen die erop wonen.

35. Hij maakt de woestijn tot een waterpoel, dor land tot waterbronnen.

36. Daar laat Hij de hongerigen wonen, en bouwen zij een stad om te wonen.

37. Zij bezaaien akkers en planten wijngaarden, die vruchten als opbrengst hebben.

38. Hij zegent hen, zodat zij zich sterk vermeerderen, hun kudde vee niet afneemt.

39. Dan verminderen zij weer, zij gaan ten onder door verdrukking, ellende en verdriet.

40. Verachting stort Hij over de edelen uit, Hij doet hen ronddwalen in verlaten gebied, een uitweg is er niet.

41. De arme tilt Hij op uit de ellende, families maakt Hij talrijk als kudden.

42. De oprechten zien het en zijn blij, maar alle ongerechtigheid houd haar mond dicht.

43. Wie wijs is, laat hij op dit alles letten, laten zij aandacht schenken aan de blijken van liefdevolle trouw van de HEERE.

»