Logo
🔍

Psalmen 115 VB

« Psalm 115

1. Niet ons, Heer, niet ons komt de eer toe, maar uw naam verdient de eer, vanwege uw liefde en uw trouw.

2. Waarom zouden de volken zeggen: "Waar is nu hun God?"

3. Onze God is in de hemel, wat Hij zich voorneemt, voert Hij uit.

4. Hun goden zijn van zilver en goud, menselijke maaksels zijn het.

5. Ze hebben een mond, maar spreken niet; ze hebben ogen, maar zien niet;

6. ze hebben oren, maar horen niet; ze hebben een neus, maar ruiken niet;

7. hun handen voelen niet; hun voeten lopen niet; hun keel maakt geen geluid.

8. Laten zij die hen maakten en op hen vertrouwen net zo worden als zij.

9. Israël, vertrouw op de Heer! Hij is hun hulp en hun schild.

10. Huis van Aäron, vertrouw op de Heer! Hij is hun hulp en hun schild.

11. Jullie die ontzag voor de Heer hebben, vertrouw op de Heer! Hij is hun hulp en hun schild.

12. De Heer heeft aan ons gedacht, Hij zal ons zegenen. Het huis van Israël zal Hij zegenen, Het huis van Aäron zal Hij zegenen.

13. Hij zal zegenen wie ontzag voor Hem hebben, hoog en laag, klein en groot.

14. Dat de Heer jullie mag zegenen en talrijk maken, jullie en je kinderen.

15. Wees gezegend door de Heer, die de hemel en de aarde gemaakt heeft.

16. De hemel, ja, de hemel is van de Heer, maar de aarde heeft Hij aan de mensen gegeven.

17. Niet de doden zullen de Heer prijzen, niet zij die in de stilte zijn afgedaald,

18. maar wij, wij zullen de Heer loven, nu en tot in eeuwigheid. Halleluja!

»