Psalmen 122 EBV24
1. Lied van het opgaan, van David. Ik verheugde mij wanneer zij tegen mij zeiden: “Wij zullen het Huis van de HEERE binnengaan.
2. Onze voeten staan in je poorten, o Jeruzalem!”
3. Jeruzalem is gebouwd als een stad die hecht is samengevoegd.
4. Daarheen trekken de stammen op, de stammen van de HEER, naar het vaste voorschrift voor Israël, om de Naam van de HEERE te danken.
5. Want daar staan de zetels van het recht opgesteld, de zetels van het huis van David.
6. Bid voor de vrede van Jeruzalem: “Mogen degenen die je liefhebben voorspoedig zijn,
7. mag er vrede bij je voorwal zijn, rust in je paleizen.”
8. Omwille van mijn broeders en mijn vrienden zal ik spreken: “Vrede zij in jou!”
9. Omwille van het Huis van de HEERE, onze GOD, zal ik het goede voor je zoeken.