Psalmen 126 BB
1. Een pelgrimslied. Het leek wel een droom, toen wij die gevangen waren meegenomen, weer naar Jeruzalem terug konden gaan.
2. We lachten en we juichten. De andere volken zeiden: "De Heer heeft iets geweldigs bij hen gedaan!"
3. Ja, de Heer heeft iets geweldigs bij ons gedaan. We zijn er zó blij over!
4. Heer, breng verandering in ons lot, zoals de droogstaande beken in de woestijn weer gevuld worden door de regen.
5. Ook al huil je terwijl je zaait, je zal juichen terwijl je maait.
6. De zaaier loopt huilend te zaaien omdat hij dat graan niet zal kunnen eten. Maar als hij zijn oogst binnenhaalt, loopt hij te juichen met zijn armen vol graan.