Psalmen 126 NBG51
1. Een bedevaartslied. Toen de Here de gevangenen van Sion deed wederkeren, waren wij als degenen die dromen.
2. Toen werd onze mond vervuld met lachen, onze tong met gejuich. Toen zeide men onder de heidenen: De Here heeft grote dingen bij hen gedaan!
3. De Here heeft grote dingen bij ons gedaan, wij waren verheugd.
4. Here, wend ons lot als beken in het Zuiderland.
5. Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.
6. Hij gaat al wenende voort, die de zaadbuidel draagt; voorzeker zal hij komen met gejuich, dragende zijn schoven.