Psalmen 128 NBG51
1. Een bedevaartslied. Welzalig ieder die de Here vreest, die in zijn wegen wandelt,
2. want gij zult eten de opbrengst van uw handen; welzalig gij, het zal u welgaan.
3. Uw vrouw zal zijn als een vruchtbare wijnstok binnen in uw huis; uw zonen als olijfscheuten rondom uw dis.
4. Zie, zo zal de man gezegend worden, die de Here vreest.
5. De Here zegene u uit Sion, opdat gij het goede van Jeruzalem moogt zien al uw levensdagen,
6. en opdat gij uw kindskinderen moogt zien. Vrede zij over Israël.