Psalmen 131 NBG51
1. Een bedevaartslied. Van David. Here, mijn hart is niet hovaardig, mijn ogen zijn niet trots; ik wandel niet in grootse dingen, noch in dingen die te wonderbaar voor mij zijn.
2. Immers heb ik mijn ziel tot rust en stilte gebracht als een gespeend kind bij zijn moeder; als een gespeend kind is mijn ziel in mij.
3. Israël hope op de Here van nu aan en voor immer.