Logo
🔍

Psalmen 137 NBG51

« Aan Babels stromen

1. Aan Babels stromen, daar zaten wij, ook weenden wij, als wij Sion gedachten.

2. Aan de wilgen aldaar hingen wij onze citers;

3. want daar begeerden zij die ons gevangen hielden, van ons een lied, en zij die ons mishandelden, vreugdebetoon: Zingt ons een der liederen van Sion.

4. Hoe zouden wij des Heren lied zingen op vreemde grond?

5. Indien ik u vergete, o Jeruzalem, zo vergete (mij) mijn rechterhand;

6. mijn tong kleve aan mijn verhemelte, als ik uwer niet gedenk, als ik Jeruzalem niet verhef boven mijn hoogste vreugde.

7. Reken, o Here, de kinderen Edoms de dag van Jeruzalem toe; hun die zeiden: Breekt af, breekt af, tot op de grond ermee!

8. Gij, dochter van Babel, ter verwoesting bestemde, gelukkig hij, die u zal vergelden hetgeen gij ons hebt aangedaan;

9. gelukkig hij, die uw kinderen zal grijpen en tegen de rots verpletteren.

»