Psalmen 147 NBG51
1. Looft de Here, want het is goed, onze God te psalmzingen, ja, het is liefelijk, een lofzang is betamelijk.
2. De Here bouwt Jeruzalem, Hij verzamelt Israëls verdrevenen;
3. Hij geneest de verbrokenen van hart en verbindt hun wonden.
4. Hij bepaalt het getal der sterren, Hij roept ze alle bij name.
5. Groot is onze Here en geweldig in kracht, zijn verstand is onbeperkt.
6. De Here houdt de ootmoedigen staande, maar Hij vernedert de goddelozen ter aarde toe.
7. Zingt de Here een loflied toe, psalmzingt onze God met de citer,
8. Hem, die de hemel met wolken bedekt, die voor de aarde regen bereidt, die op de bergen gras doet uitspruiten,
9. die het vee zijn voeder geeft, de jonge raven, als zij roepen.
10. Hij heeft geen welgevallen aan de kracht van het paard, noch behagen in de benen van de man;
11. de Here heeft welbehagen in wie Hem vrezen, die op zijn goedertierenheid hopen.
12. Jeruzalem, roem de Here, Sion, loof uw God.
13. Want Hij maakt de grendels van uw poorten sterk, Hij zegent uw kinderen in uw midden;
14. Hij geeft uw gebied vrede, Hij verzadigt u met het vette der tarwe.
15. Hij zendt zijn bevel op de aarde, zijn woord loopt zeer snel;
16. Hij geeft sneeuw als wol, Hij strooit de rijp als as,
17. Hij werpt zijn ijs als stukken; wie kan bestaan voor zijn koude?
18. Hij zendt zijn woord en doet ze smelten, Hij doet zijn wind waaien, – daar vloeien de wateren.
19. Hij heeft Jakob zijn woorden bekendgemaakt, Israël zijn inzettingen en zijn verordeningen.
20. Aldus heeft Hij aan geen enkel volk gedaan, en zijn verordeningen kennen zij niet. Halleluja.