Psalmen 149 EBV24
1. Hallelu-Jah! Zing de HEERE een nieuw lied, zing Hem lof toe in de vergadering van zijn getrouwen.
2. Laat Israël zich verblijden in zijn Maker, laten de zonen van Sion zich verheugen over hun Koning.
3. Laten zij zijn Naam loven bij reidans, Hem psalmzingen met tamboerijn en lier,
4. want de HEERE heeft welgevallen aan zijn volk, Hij zal de zachtmoedigen door uitredding tot eer brengen.
5. Laten de getrouwen jubelen met diep ontzag, laten zij juichen vanuit hun rustplaatsen.
6. De lofprijzingen aan God zijn in hun mond, een tweesnijdend zwaard in hun hand,
7. om wraak te nemen op de volken, om de volkeren te straffen,
8. om hun koningen met kettingen vast te binden, hun aanzienlijken met ijzeren boeien,
9. om het gerechtelijk vonnis over hen uit te voeren. Dat zal de majesteit zijn van al zijn getrouwen. Hallelu-Jah!