Logo
🔍

Psalmen 28 EBV24

«

1. Van David. Tot U roep ik, o HEERE, mijn Rots. Houd U niet doof voor mij, opdat ik niet, als U tegenover mij blijft zwijgen, gelijk zal worden aan hen die in de grafkuil neerdalen.

2. Hoor mijn luide smekingen, als ik tot U roep, als ik mijn handen ophef naar de Binnenzaal van uw Heiligdom.

3. Sleep mij toch niet weg met de boosdoeners, met hen die ongerechtigheid doen, die met hun naasten over vrede spreken, terwijl er kwaad in hun hart schuilt.

4. Geef hun naar hun werken, naar de slechtheid van hun daden. Geef hun naar het werk van hun handen, geef hun hun verdiende loon,

5. want zij letten niet op de daden van de HEERE en niet op het werk van zijn handen. Afbreken zal Hij hen en niet opbouwen.

6. Gezegend is de HEERE, want Hij heeft geluisterd naar mijn luide smekingen.

7. De HEERE is mijn sterkte en mijn schild, op Hem heeft mijn hart vertrouwd en ik werd geholpen. Mijn hart springt op van vreugde, met mijn lied zal ik Hem danken.

8. De HEERE is hun sterkte, Hij is de sterke burcht van uitreddingen voor zijn gezalfde.

9. Red uw volk en zegen uw erfdeel, weid hen en draag hen tot in eeuwigheid.

»