Psalmen 28 VB
1. Een psalm van David. Ik roep tot U, Heer, mijn rots, houd U niet doof voor mij! Want als U tegen mij blijft zwijgen, ben ik gelijk aan de doden in het graf.
2. Hoor mij tot U roepen en smeken, wanneer ik mijn handen ophef naar de ontmoetingsplaats#28:2 vgl Ex 25:22 | 2 Kro 5:7 in uw heiligdom.
3. Ruk mij niet weg met de goddelozen, met hen die onrecht doen, die wel vriendelijk spreken tegen hun naasten maar in hun hart zinnen op kwaad.
4. Geef hun wat hun toekomt voor hun daden, vergeld hun de wandaden die ze begaan. Zet hun alles wat ze doen betaald!
5. Ze schenken geen aandacht aan de daden van de Heer, aan het werk van zijn handen. Daarom zal Hij hen afbreken, niet opbouwen.
6. Geprezen is de Heer, want Hij heeft mijn bidden en smeken verhoord.
7. De Heer is mijn kracht en mijn schild, mijn hart vertrouwde op Hem en Hij heeft mij geholpen. Daarom juicht mijn hart van blijdschap en zal ik Hem prijzen met mijn lied.
8. De Heer sterkt zijn volk, Hij is de kracht die zijn gezalfde zal redden.
9. Bevrijd uw volk en zegen uw land, wees hun Herder en draag hen voor eeuwig.